Namen van steden, gemeenten, landen, regio’s en werelddelen zijn doorgaans onzijdig. Als we een lidwoord toevoegen, gebruiken we het onzijdige lidwoord het. Als we met een betrekkelijk voornaamwoord naar de naam verwijzen, gebruiken we dat.

• Dat was zo in het naoorlogse Frankrijk, niet in het Frankrijk van voor de oorlog.
• Berlijn, dat na de hereniging weer hoofdstad werd, is een dynamische stad.

Om naar onzijdige woorden in het enkelvoud te verwijzen, gebruiken we het bezittelijk voornaamwoord zijn. Er is bij namen van steden, gemeenten enzovoort een tendens om te verwijzen met haar, maar dat gebruik is niet aan te bevelen.

• Brussel heeft nu zijn eigen strand.
• België heeft zijn ambassadeur teruggeroepen.
• Zal Vlaanderen zijn klimaatdoelstellingen halen?

Als we zo’n aardrijkskundige naam door een soortnaam als gemeente, stad of regio laten voorafgaan, richt het bezittelijk voornaamwoord zich naar dat woord.

• De gemeente Londerzeel eert daarmee haar beroemde inwoner. (gemeente is een vrouwelijk woord)
• De stad Brussel heeft nu haar / zijn eigen strand. (stad kan zowel vrouwelijk als mannelijk zijn)

Sommige plaatsnamen zijn meervoudig, bijvoorbeeld de Filipijnen, de Nederlandse Antillen, de Verenigde Staten, ​​​​​​​de Faeröer. Zulke namen worden gewoonlijk met het bezittelijk voornaamwoord hun gecombineerd, maar ze kunnen ook met het enkelvoudige bezittelijk voornaamwoord zijn gecombineerd worden.

• In zijn boek behandelt hij de Faeröer en hun / zijn inwoners.
• Hij wilde meer weten over de Nederlandse Antillen en hun / zijn opheffing als geregionaliseerde staat.