Gedaan met laden. U bevindt zich op: goedendag / goeiendag / goededag / goeiedag / goede dag / goeie dag Taaladviezen
goedendag / goeiendag / goededag / goeiedag / goede dag / goeie dag
We schrijven de woorden goedendag en goeiendag aan elkaar als we ze als groet gebruiken. Als er goedendag geschreven staat, kan dat ook als goeiendag gelezen worden: in gesproken taal wordt gewoonlijk goeiendag gezegd.
De spellingen zonder n, goededag en goeiedag, zijn ook correct. De n wordt in de praktijk vaak nog uitgesproken, maar ook de uitspraak zonder [n] is gebruikelijk.
- Goedendag / goeiendag / goededag / goeiedag, juf Lies.
- Heb je tante Marilou al goedendag / goeiendag / goededag / goeiedag gewenst?
- Een goedendag / goeiendag / goededag / goeiedag, heb je goed geslapen?
Als uitroep van verbazing is vooral de vorm met i gebruikelijk. De betekenis is dan ‘nee maar, wat zullen we nu hebben!'.
- Goeiendag / goeiedag! Wat zijn jullie preuts!
We schrijven goede dag en goeie dag in twee woorden als goed de betekenis ‘zeker, bepaald' of ‘gunstig' heeft.
- Op een goede / goeie dag begon hij zich af te vragen waarom de problemen in zijn wijk altijd maar toenamen.
- Het was een goede / goeie dag voor de marktkramer: hij had al zijn waren kunnen verkopen.
Goedendag is ook een zelfstandig naamwoord waarmee een middeleeuws Vlaams steekwapen wordt aangeduid.
- Tijdens de Guldensporenslag werd veel met goedendags gevochten.