In België wordt gaan in gesproken taal weleens als hulpwerkwoord gecombineerd met het bewegingswerkwoord gaan. Dat gebruik is geen standaardtaal. Correct is gaan of zullen gaan.
- We gaan naar huis
gaan. - Ik ga vandaag wat vroeger naar het werk
gaan. - Ze zal volgende week wel wat vroeger naar het werk gaan.
Ook het dubbele gebruik van gaan als hulpwerkwoord is niet correct.
- Het gaat
gaanregenen. - We gaan
gaaneten. - We gaan op het eiland
gaanwandelen en fietsen.