Gedaan met laden. U bevindt zich op: factuur: de factuur / het factuur* Taaladviezen
factuur: de factuur / het factuur*
Factuur is een vrouwelijk de-woord. Een bijvoeglijk naamwoord bij factuur krijgt altijd een buigings-e: de onbetaalde factuur, een onbetaalde factuur, onbetaalde factuur.
- Stuur de factuur maar naar mijn huisbaas.
- Ik viel achterover toen ik het bedrag op die factuur zag!
- Hij heeft elke factuur netjes betaald.
- We kunnen jaarlijks al snel 100 euro op onze factuur besparen.
In de standaardtaal is factuur als het-woord niet correct: het factuur*, dat factuur*, elk factuur*, ons factuur*.