Voor bedragen in euro’s zijn verschillende notaties mogelijk.
Het woord euro en het euroteken (€) zijn in alle contexten bruikbaar. Als u euro voluit schrijft, zet u het woord achter het bedrag: 200 euro. Het euroteken wordt in het Nederlandse taalgebied voor het bedrag gezet, gevolgd door een spatie: Die cd kost € 15,50. In Nederland staat er na hele bedragen meestal een komma en een streepje: Hij is me nog € 24,- schuldig. In België is het minder gebruikelijk om na het bedrag een komma en een streepje te zetten: Hij is me nog € 24 schuldig.
In financiële teksten (boekhouding, facturen, jaarverslagen) komt naast de bovenstaande notaties soms ook de internationale ISO-muntcode EUR voor. Die wordt in Nederlandstalige teksten bij voorkeur na het bedrag gezet met een spatie ertussen: 200 EUR.