Wiens en wier betekenen ‘van wie'. Wiens wordt gebruikt om terug te verwijzen naar een mannelijke persoon enkelvoud, wier om terug te verwijzen naar een vrouwelijke persoon enkelvoud en naar een meervoud.
- De man wiens fiets werd gestolen.
- De vrouw wier fiets werd gestolen.
- De kinderen wier fiets werd gestolen.
Wiens en wier behoren tot het formele taalgebruik. Het is vlotter en gewoner om van wie te gebruiken.
- De man van wie de fiets werd gestolen.
- De vrouw van wie de fiets werd gestolen.
- De kinderen van wie de fiets werd gestolen.
Naast van wie is ook waarvan mogelijk. Waarvan wordt als een informelere vorm beschouwd: de man waarvan de fiets werd gestolen enzovoort.