voormiddag / namiddag / middag
De woorden voormiddag, namiddag en middag worden niet door iedereen op dezelfde manier gebruikt. Om misverstanden te voorkomen, is het aan te bevelen om vooral in contact tussen Nederlanders en Belgen bij het gebruik van die woorden zo expliciet mogelijk te zijn en er een tijdstip bij te noemen.
In België hebben voormiddag en namiddag betrekking op respectievelijk het tweede deel van de ochtend (ongeveer 9-12 uur) en de tijd tussen het middaguur en het begin van de avond (ongeveer 12-18 uur). Voormiddag en namiddag worden in België met de klemtoon op de eerste of de tweede lettergreep uitgesproken.
In Nederland wordt met voormiddag en namiddag doorgaans de tijd bedoeld respectievelijk aan het begin van de middag (ongeveer 12-14 uur) en aan het eind van de middag (ongeveer 16-18 uur). Voormiddag en namiddag worden daar met de klemtoon alleen op de eerste lettergreep uitgesproken.
In België worden voormiddag en namiddag ook vaak in samenstellingen gebruikt, bijvoorbeeld zaterdagvoormiddag, donderdagnamiddag. Daarnaast worden zowel in Nederland als in België samenstellingen met middag, morgen en ochtend gebruikt, bijvoorbeeld woensdagochtend, vrijdagmiddag. Hoewel uit de context vaak wel blijkt wat er bedoeld wordt, kan er toch begripsverwarring ontstaan omdat morgen, ochtend en middag in België en Nederland anders geïnterpreteerd kunnen worden. Ochtend en morgen betekenen voor Belgen doorgaans de vroege ochtend, terwijl in Nederland morgen en ochtend op de hele periode tussen 6 en 12 uur slaan. Bij middag bestaat dezelfde soort dubbelzinnigheid: in Nederland betekent middag ‘tussen twaalf en zes’, in België meestal ‘tussen twaalf en twee’.