Gedaan met laden. U bevindt zich op: Dieren, planten, fruitnamen (hoofdletter) Taaladviezen
Dieren, planten, fruitnamen (hoofdletter)
Woorden die soortnaam zijn, schrijven we in de regel met een kleine letter. Die regel geldt ook voor namen waarmee we dieren, planten en fruit benoemen. Het maakt daarbij niet uit of het om de naam van een familie, geslacht of soort gaat.
- groene specht, huismus, olifant, paard, reptiel, rode bosmier, bosanemoon, jonagold, kiwi, madeliefje, rode biet, tulp, wilde kastanje
Ook dier- en plantnamen die naar een eigennaam genoemd zijn, krijgen een kleine letter.
- dalmatiër, shetlander, shetlandpony, himalayaceder
De hoofdletter blijft wel behouden in namen met een afleiding van een aardrijkskundige naam.
- Afrikaanse leeuw, Libanese ceder
In de wetenschappelijke benamingen krijgt de naam van het geslacht bij conventie een hoofdletter en de naam van de soort een kleine letter.
- Panthera leo, Passiflora caerulea, Coccinella septempunctata, Wisteria sinensis