Proper is standaardtaal in België in de betekenis ‘rein, niet vuil'. Standaardtaal in het hele taalgebied in die betekenis is schoon. In België is schoon minder gebruikelijk dan in Nederland.
- Ik heb propere / schone lakens op je bed laten leggen.
- De kamer in ons hotel was verouderd, maar wel proper / schoon.
In sommige contexten kan proper ook ‘gesteld op orde en netheid, zindelijk' of ‘netjes, net' betekenen. Proper is in die betekenissen standaardtaal in het hele taalgebied, maar het is gebruikelijker in België dan in Nederland.
- Mijn buurvrouw is een heel propere huisvrouw: iedere avond hoor ik haar stofzuigen.
- Singapore staat erom bekend een zeer propere stad te zijn.