pleonasme en tautologie (taalkundige termen)
Bij een pleonasme wordt een eigenschap die onlosmakelijk verbonden is met een woord of een woordgroep nog eens – dubbelop – door een ander woord uitgedrukt. De eigenschap staat in een andere woordsoort dan het hoofdwoord; vaak gaat het om een combinatie van een bijvoeglijk en een zelfstandig naamwoord. Voorbeelden zijn witte sneeuw, rood bloed, iets opnieuw herhalen.
Een tautologie is een woordcombinatie waarin een begrip twee keer of meer wordt genoemd. Ze bestaat doorgaans uit twee of meer woorden van dezelfde woordsoort, vaak met en of of(te) ertussen. Voorbeelden zijn eenzaam en alleen, pracht en praal en niettemin toch.
Pleonasmen en de tautologieën worden vaak als stijlfouten beschouwd, maar dat is niet altijd terecht. Soms gebruikt een schrijver ze bewust, om een stilistisch effect te bereiken of de betekenis te versterken. Met een pleonasme als mijn persoonlijke mening kan een spreker bijvoorbeeld benadrukken dat hij zijn eigen mening vertolkt en niet die van zijn leidinggevende. Tautologieën kunnen een grote zeggingskracht hebben. Eeuwig en altijd, nooit ofte nimmer en haat en nijd zijn daardoor als vaste combinaties ingeburgerd geraakt.