Gedaan met laden. U bevindt zich op: je / jij Taaladviezen

je / jij

Voor het onderwerp van een zin kunnen we zowel je als jij gebruiken. Het is aan te bevelen om daarvoor zo veel mogelijk de gereduceerde vorm je te gebruiken. Overmatig gebruik van de volle vorm jij maakt zowel gesproken als geschreven taal onnatuurlijk.

  • Je (jij) komt altijd te laat in de klas.
  • Daarmee heb je (jij) een groot voordeel.

Ook als het persoonlijk voornaamwoord je gevolgd wordt door het wederkerend of bezittelijk voornaamwoord je, is het niet noodzakelijk om voor het onderwerp jij te gebruiken. Sommige spellingcontroles onderstrepen de tweede je omdat er dan twee keer hetzelfde woord na elkaar staat, ook al is er geen bezwaar tegen die opeenvolging.

  • Heb je je al gewassen?
  • Heb je je huiswerk al gemaakt?

Als het persoonlijk voornaamwoord klemtoon moet krijgen, bijvoorbeeld om een contrast uit te drukken, is alleen jij mogelijk.

  • Kom jíj nu in onze klas, of komt er toch iemand anders?
  • Niet jij maar ik beslis daarover.

Als je de betekenis van men heeft, is alleen de vorm je mogelijk.

  • Je kunt zoiets toch niet met zekerheid zeggen.