heer / de heer / meneer / mijnheer
In de adressering van een brief is de heer het gebruikelijke woord.
- De heer Piet Janssens
- De heer en mevrouw Janssens
In de aanhef van een brief of e-mail is zowel heer als meneer mogelijk.
- Beste meneer Janssens,
- Geachte heer Janssens,
- Beste heer Janssens,
Een aanhef met geachte is formeel en vooral geschikt voor officiƫle contexten. Beste en Dag zijn beleefd en klinken iets persoonlijker en minder stijf dan Geachte.
De vorm mijnheer is steeds minder gangbaar; hij doet wat ouderwets aan. Hij wordt wel nog gebruikt als een man in bepaalde functie wordt aangeschreven. In zulke gevallen is ook meneer de + functiebenaming of Geachte + functiebenaming mogelijk.
- Mijnheer de voorzitter,
- Meneer de voorzitter,
- Geachte voorzitter,
Het is aan te bevelen om de aanduidingen heer en meneer alleen te gebruiken als u weet dat de geadresseerde als man aangesproken wil worden. Als de voorkeur van de geadresseerde niet bekend is of als het gender van de geadresseerde niet relevant is, kunt u heer/meneer vervangen door de voornaam of de voorletter(s) van de geadresseerde.
- Beste Piet Janssens,
- Geachte P. Janssens,
In lopende tekst is zowel de heer als meneer mogelijk. In een mondelinge aanspreking is meneer het gebruikelijke woord.
- Ik ben op zoek naar de heer / meneer Piet Janssens.
- Goeiemorgen, meneer Janssens
De heer wordt als dhr. afgekort. Voor meneer en mijnheer wordt de afkorting m. gebruikt. Als afkorting van meneer en mijnheer wordt soms ook mr. gebruikt, maar dat is niet aan te bevelen omdat mr. ook de afkorting van meester (in de rechten) is. Het is aan te bevelen om de heer, meneer en mijnheer voluit te schrijven.