Een cijfer is een symbool voor een hoeveelheid. Er zijn tien Arabische cijfers: 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9.
Een getal is de weergave van een hoeveelheid in cijfers, bijvoorbeeld: 1, 6, 10, 97, 108, 10.899. Een getal kan uit een of meer cijfers zijn samengesteld, maar kan ook andere tekens bevatten, bijvoorbeeld: 1/4; 0,8; 4,5; 3,1415. In sommige contexten wordt ook het woord cijfer gebruikt in de betekenis van ‘getal', bijvoorbeeld rode cijfers, schoolcijfers, lage cijfers, armoedecijfers.
Een nummer is een getal in een reeks, als volgnummer. Het kan bijvoorbeeld om een huisnummer, een klantnummer of een paragraafnummer gaan. Nummers kunnen ook andere symbolen dan cijfers bevatten, bijvoorbeeld een huisnummer zoals 7b of een dossiernummer zoals 26879-G-2014/057.