Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
- Kristof en Vanessa zijn beiden jarig op 11 maart.
- De mannen werden beiden verpletterd.
- Werkgevers en werknemers hebben beiden eisen.
In alle andere gevallen schrijven we beide.
- Beide mannen werden verpletterd. (bijvoeglijk gebruik, bij mannen)
- De twee mannen kwamen om afscheid te nemen. Beide wilden met ons mee.
(= beide mannen) - Ervaring? Diploma? Ik had geen van beide. (geen persoon)
- Mijn hond heeft een andere hond gebeten. Beide waren aangelijnd. (= beide honden; geen persoon)
- De nv's die failliet gingen, waren beide in handen van de familie Vercamer. (geen persoon)