Gedaan met laden. U bevindt zich op: Aanhalingstekens: voor punt of na punt? Taaladviezen
Aanhalingstekens: voor punt of na punt?
Aanhalingstekens kunnen om een hele zin of om een deel van een zin gezet worden.
Bij een citaat op het eind van de zin staat de punt binnen de aanhalingstekens als de aanhalingstekens om een hele zin (of een opeenvolging van zinnen) staan. De punt maakt dan deel uit van het citaat. Er komt niet nog een tweede punt om de gehele zin af te sluiten.
- Ik zei: ‘Je weet toch dat hij geen vlees eet.’
- ‘Schat,’ zei Piet, ‘ik ga wel alleen.’
- Bart zegt: ‘Harde cijfers worden steeds belangrijker. Toch kunnen we in dit geval een uitzondering maken.’
Als de aanhalingstekens om een deel van een zin staan, maakt de punt geen deel uit van het citaat. Het is dan aan te bevelen om de zinseindepunt buiten de aanhalingstekens te plaatsen.
- De jury noemde hem ‘een jonge samoerai die de eer van de muziek verdedigt’.
- Volgens deze bron zijn de onderzoeksvragen ‘nauw verbonden met eerder empirisch onderzoek over lobbying en netwerkstrategieën van nationale associaties in de Europese Unie’.
Als de aangehaalde zin op een uitroepteken of een vraagteken eindigt, komt er geen punt meer na het aanhalingsteken.
- Indra vroeg: ‘Hoe laat denken jullie zaterdag langs te komen?’
- Jurgen riep nog: ‘Zorg maar dat je op tijd bent!’
Bij een vooropgeplaatst citaat valt de punt weg.
- ‘Vergeet Barbara’, zei hij.
- ‘Harde cijfers worden steeds belangrijker’, zegt Bart.