Chic kan zowel een zelfstandig naamwoord als een bijvoeglijk naamwoord zijn, sjiek is een zelfstandig naamwoord.
Het correct gespelde bijvoeglijk naamwoord is – zoals in het Frans – chic: een chic hemd. Bij de verbogen vorm en de vergrotende trap van chic verandert de spelling om een verkeerde uitspraak te voorkomen: een chique jurk, chique hemden, chiquere kleren. Bij de overtreffende trap blijft de oorspronkelijke spelling behouden: de chicste kleren. De vormen sjieke*, sjieker*, sjiekere*, sjiekste*, chiquest* en chiqueste* zijn niet correct.
Als zelfstandig naamwoord komt in het Nederlands zowel chic als sjiek voor, maar die woorden hebben niet dezelfde betekenis. Chic heeft als betekenis ‘verfijning, elegantie' en ‘de mensen die chic zijn': de chic van haar kleding, de Brusselse chic. Sjiek wordt in de standaardtaal nog maar af en toe gebruikt, als synoniem voor pruimtabak (‘tabak die geschikt is om op te kauwen') of tabakspruim (‘hoeveelheid tabak die in de mond genomen wordt om op te kauwen'). Sjiek is geen standaardtaal in de betekenis ‘kauwgom'.