Overnachtingen door verblijfstoeristen

In 2023 werden in totaal ruim 28 miljoen toeristische overnachtingen geboekt in het Vlaamse Gewest. Dat zijn er 2% meer dan in 2022. Vooral de buitenlandse toeristen kwamen vaker dan in 2022 overnachten: de buitenlandse overnachtingen stegen met 9%, terwijl de Belgische afnamen met 3%.

In de loop van 2020 en 2021 moesten heel wat logies verschillende maanden de deuren sluiten omwille van de Covid-19-pandemie. In vergelijking met het pre-Covid-jaar 2019 waren er in 2023 6% meer overnachtingen. De verhouding binnenlandse en buitenlandse toeristen lag in 2023 opnieuw in lijn met de situatie in 2019.

De zakentoeristen waren in 2023 goed voor 17% van de geboekte overnachtingen. De overige overnachtingen gebeurden in het kader van reizen als ontspanning en vakantie. Het herstel van het aantal overnachtingen in 2023 ten opzichte van de periode voor de Covid-19-pandemie deed zich vooral voor het motief ontspanning en vakantie voor. Het aantal zakelijke overnachtingen lag in 2023 nog net onder het aantal in 2019.

Van alle accommodaties kiezen toeristen bij voorkeur voor een hotel. In 2023 ging het om bijna 10,5 miljoen overnachtingen of 37% van het totaal. Gîtes, vakantiewoningen en appartementen waren goed voor 19% van het marktaandeel. Verder gebeurde 15% van de overnachtingen in vakantieparken en 12% in jeugdherbergen en andere jeugdverblijfcentra. De rest van de overnachtingen vond plaats in andere accommodatievormen.

In hotels en gastenkamers verbleven de toeristen gemiddeld 1,8 nachten, in vakantieverblijven 2,6 nachten. Toeristen verblijven iets langer in jeugdherbergen (3,0 nachten) campings (3,4 nachten) en vakantieparken (4,0 nachten). In gîtes, vakantiewoningen en appartementen is de verblijfsduur het langst: toeristen verbleven er in 2023 gemiddeld 5,0 nachten.

Belgen waren in 2023 goed voor bijna 16 miljoen overnachtingen of 57% van het totaal aantal overnachtingen in het Vlaamse Gewest. Daarnaast gebeurde 30% van de overnachtingen door toeristen uit de buurlanden. Vooral Nederlanders, maar ook Duitsers en in mindere mate Fransen en Britten komen naar het Vlaamse Gewest op (zaken)vakantie. De resterende 3,7 miljoen overnachtingen (13%) werden gedaan door toeristen uit niet-buurlanden.

29% van alle overnachtingen in het Vlaamse Gewest vond in 2023 plaats aan de kust. In totaal ging het om ruim 8 miljoen overnachtingen. Koksijde telde met 1,4 miljoen het hoogste aantal overnachtingen. In De Haan waren er bijna 1,3 miljoen overnachtingen en in Oostende 1,1 miljoen Daarna volgden Nieuwpoort (866.000), De Panne (815.000) en Knokke-Heist (730.000).

De 5 kunststeden (Antwerpen, Brugge, Gent, Leuven en Mechelen) waren samen goed voor ruim 7 miljoen overnachtingen of 25% van het totaal. In Antwerpen waren er ruim 2,5 miljoen overnachtingen, in Brugge ruim 2 miljoen en in Gent iets meer dan 1,6 miljoen.

De 9 kustgemeenten en de 5 kunststeden waren samen goed voor meer dan de helft van alle overnachtingen. De rest van de overnachtingen vond plaats in de andere Vlaamse gemeenten, met de grootste aantallen in enkele gemeenten in de Kempen (vakantieparken) en in Machelen (nabijheid luchthaven).

In totaal waren er in 2023 ruim 28 miljoen overnachtingen in het Vlaamse Gewest. Dat zijn er bijna 3 keer meer dan de 9,5 miljoen overnachtingen in het Waalse Gewest en bijna 4 keer meer dan de 7,1 miljoen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.

Toeristen verblijven het kortst in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest: ze verblijven er gemiddeld 2,0 nachten. In het Waalse Gewest gaat het gemiddeld om 2,4 nachten, in het Vlaamse Gewest om 2,6 nachten.

In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn personen met een buitenlandse nationaliteit goed voor 77% van de overnachtingen. In het Vlaamse en Waalse Gewest ligt dat aandeel op 43%. Daar gaat het vooral om overnachtingen door Belgen (57%).