Vertrouwen in Europese instellingen

In de zomer van 2024 gaf 59% van de bevolking van het Vlaamse Gewest aan vertrouwen te hebben in het Europees Parlement, 61% had vertrouwen in de Europese Commissie en 65% in de Europese Centrale Bank.

Terwijl er tussen 2005 en 2014 algemeen genomen sprake was van een daling van het vertrouwen in de 3 Europese instellingen, nam dat vertrouwen daarna tot in 2018 opnieuw toe. In 2019 daalde het vertrouwen weer en ook in 2020 lag het vertrouwen in het Europees Parlement en de Europese Commissie lager dan in het jaar voordien. In 2021 lag het vertrouwen in de 3 Europese instellingen echter telkens hoger dan in 2020. In 2022 was er sprake van een toename van het vertrouwen in het Europees Parlement en een daling van het vertrouwen in de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank. In 2023 was er evenwel een duidelijke daling van het vertrouwen in zowel het Europees Parlement, de Europese Commissie als de Europese Centrale Bank. In 2024 was er opnieuw een toename van het vertrouwen in de Europese instellingen, vooral in de Europese Centrale Bank.

In 2024 lag het vertrouwen in de Europese instellingen in het Vlaamse Gewest merkelijk hoger dan in het Waalse Gewest. Dat is het geval bij zowel het Europees Parlement, de Europese Commissie als de Europese Centrale Bank. Voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn er geen betrouwbare gegevens beschikbaar.

Het vertrouwen in de Europese instellingen lag in het Vlaamse Gewest ook duidelijk hoger dan het gemiddelde van de EU-lidstaten en dat bij alle 3 de bevraagde instellingen.