Het ESR-vorderingensaldo volgens de voorschottenmethode voor de opcentiemen lag in 2023 op -2,4 miljard euro. Het ESR-vorderingensado (inclusief correctie regionale opcentiemen) bedroeg -2,6 miljard euro. De beleidsmaatregelen ter bestrijding van de Covid-19-crisis vormden de belangrijkste reden van de hoge negatieve saldi (tekorten).
Na een periode van nagenoeg evenwicht, daalden beide maatstaven zeer fors in 2020, waarna ze zich geleidelijk herstelden.
Het is gelijk aan het verschil tussen de ESR-ontvangsten en ESR-uitgaven, met uitsluiting van de opname van nieuwe leningen, de aflossing van leningsschulden en de investeringen in en de verkoop van financiële vaste activa. In het verlengde van de 6de staatshervorming wordt vanaf 2015 door de Vlaamse overheid het berekend. Het grote verschil tussen de 2 varianten vanaf 2015 hangt samen met de gebruikte methode voor de verrekening van de gewestelijke opcentiemen op de personenbelasting, die na de 6de staatshervorming tot de bevoegdheid van de Vlaamse overheid behoren. De voorschottenmethode impliceert een gelijkmatigere verdeling van de opcentiemen over de jaren vanaf 2015 wat resulteert in een vlakkere evolutie van het ESR-vorderingensaldo.