Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Milieu-impact van transport Milieu-impact van transport

Metadata: Milieu-impact van transport

Bron

Departement Omgeving

Definities

De index ‘milieu-impact van transport’ (MITRANS) is opgebouwd uit 5 hoofdeffecten (hinder, biodiversiteit en habitat, luchtvervuiling, klimaatverandering en materiaalgebruik). Elk van deze 5 groepen heeft een gelijke weging (20%) in de geaggregeerde MITRANS-index.

Deze 5 hoofdeffecten zijn verder verdeeld over 11 subindicatoren:

  • Hinder: geluid-, licht- en geurhinder
  • Biodiversiteit en habitat: versnippering, ruimtegebruik en verzilting
  • Luchtvervuiling: emissie en immissie
  • Klimaatverandering: broeikasgasemissies
  • Materiaalgebruik: verkochte voertuigen en ingezamelde afvalbanden.

Het hoofdeffect hinder omvat de som van de gerapporteerde hinder voor geluid, geur en licht aan de hand van de resultaten van het 5-jaarlijkse Schriftelijk Leefomgevingsonderzoek (SLO). De weging bedraagt 60% voor geluidhinder, 30% voor geurhinder en 10% voor lichthinder.

Het hoofdeffect biodiversiteit en habitat bestaat uit de subindicatoren ‘dichtheid van het Vlaamse wegennet’ (als maat voor de versnippering van het Vlaamse landschap), ‘ruimtegebruik’ (de oppervlakte die de infrastructuur inneemt) en ‘verzilting’ (ton gebruikt strooizout). De dichtheid en het ruimtegebruik staan elk in voor 45% van het hoofdeffect, verzilting voor 10%.

Het hoofdeffect luchtvervuiling bestaat uit 2 componenten: de totale emissie aan polluenten en de bevolkingsgewogen gemiddelde NO2-concentratie voor het Vlaamse Gewest (imissie). Beide componenten hebben een weging van 50%. De totale emissie bevat zowel de directe als de indirecte emissies. Indirecte emissies zijn de emissies die ontstaan bij de productie en het transport van de brandstoffen. Deze emissies gebeuren dus niet noodzakelijk in het Vlaamse Gewest zelf, maar zijn wel een gevolg van de transportvraag in het Vlaamse Gewest.

Het hoofdeffect klimaatverandering bestaat uit de som van directe en indirecte broeikasgasemissies. De directe emissies omvatten de totale som van broeikasgasemissies en zijn afkomstig uit de jaarlijkse rapportering van de uitstoot van broeikasgassen in het Vlaamse Gewest van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). De indirecte emissies worden modelmatig door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) berekend op basis van de Emissie Inventaris Lucht (VMM).

Het hoofdeffect materiaalgebruik tot slot omvat 2 subindicatoren, die elk een gelijke weging hebben (50%). Voertuigen en transportinfrastructuur worden gemaakt van soms schaarse materialen en hebben zo een impact op het milieu. Omdat er geen indicator beschikbaar is die - voor verschillende jaren, voor verschillende modi en voor de hele vloot - rekening houdt met het gebruik van materialen door transport en zijn infrastructuur, wordt daarom geopteerd om te werken met 2 proxy’s: het aantal nieuw verkochte voertuigen per jaar (om de impact van de productie van wagens te meten) en de ingezamelde banden (om de impact van de verbruiksproducten te meten).

Alle cijfers worden genormaliseerd ten opzichte van het jaar 2013. Dat wil zeggen dat de MITRANS een indexwaarde van 100 heeft in het jaar 2013. Cijfers kleiner dan 100 wijzen op een lagere milieu-impact ten opzichte van het jaar 2013, cijfers groter dan 100 op een hogere milieu-impact.

Opmerkingen bij de kwaliteit

De kwaliteit van de berekening is afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte data.

Referenties

Naar de statistiek