Gedaan met laden. U bevindt zich op: Milieu-impact van transport Milieu en natuur

Milieu-impact van transport

Gepubliceerd op 25 juni 2024 • Volgende update: juni 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Sterke daling milieu-impact van transport tussen 2019 en 2020-2022

Tussen 2013 en 2019 nam de impact van transport op mens, milieu en natuur langzaam toe in Vlaanderen, gevolgd door een sterke afname in 2020. Dat blijkt uit de index ‘milieu-impact van transport’ (MITRANS). Die geeft op een geaggregeerde wijze de globale impact van transport(infrastructuur) op mens, milieu en natuur weer. Alle transportmodi, behalve langzaam verkeer (voetgangers en fietsers), worden meegenomen in de analyse.

De MITRANS-index is opgebouwd uit 5 hoofdeffecten: hinder, biodiversiteit en habitat, luchtvervuiling, klimaatverandering en materiaalgebruik. Elk van deze 5 groepen heeft een gelijke weging (20%) in de MITRANS-index. De index wordt berekend ten opzichte van het jaar 2013 en bedraagt 100 voor dat jaar. Een cijfer groter dan 100 betekent een hogere milieu-impact ten opzichte van het jaar 2013, een cijfer kleiner dan 100 wijst op een lagere milieu-impact.

Na een gestage stijging van de index van 100 naar 104,5 tussen 2013 en 2019 was er sprake van een sterke daling van de index in 2020 van 104,5 naar 95,3. De index is daarna min of meer gestabiliseerd en lag op 95,6 in 2021 en op 95,4 in 2022.

Stijging vooral door toename van hinder en materiaalgebruik

De stijging van de milieu-impact tussen 2013 en 2019 was voornamelijk toe te schrijven aan een toename van de hoofdeffecten hinder (+24%) en materiaalgebruik (+22%). Voor het hoofdeffect klimaatverandering werd, na een kleine stijging in de periode 2013-2016, een stabilisatie ingezet (+6% tussen 2013 en 2019). Het hoofdeffect biodiversiteit en habitat varieerde weinig tussen 2013 en 2019 (-1%). Van de 5 hoofdeffecten nam enkel luchtvervuiling gestaag af tussen 2013 en 2019 (-27%).

De plotse daling van de index in 2020 kan worden toegeschreven aan de coronacrisis en de daarmee gepaard gaande maatregelen zoals de lockdown en het verplichte telewerken. De afname tussen 2019 en 2020 was vooral merkbaar bij de hoofdeffecten luchtvervuiling (-21%), klimaatverandering (-15%) en materialengebruik (-12%). In 2021 steeg de index weer beperkt door een versoepeling van de coronamaatregelen en een heropleving van de economie, wat zich vertaalde in een toename van de hoofdeffecten luchtvervuiling (+3%) en klimaatverandering (+5%).

Alhoewel in 2022 een merkbare stijging van het hoofdeffect klimaatverandering werd waargenomen (+5% ten opzichte van van 2021) is de globale index dat jaar toch licht gedaald. Dat was vooral te wijten aan een verdere daling van het hoofdeffect luchtverontreiniging (-7% t.o.v. 2021). Ten opzichte van 2013 daalde luchtverontreiniging met 45%. Die daling kan onder meer verklaard worden door veranderingen in de samenstelling van het wagenpark. Enerzijds is er een belangrijke verschuiving gaande van dieselvoertuigen naar (minder vervuilende) benzinevoertuigen. De CO2-uitstoot neemt door die shift van diesel naar benzine wel weer beperkt toe. Tegelijk zijn de nieuwe dieselvoertuigen (Euro 6d) minder vervuilend dan de oudere diesels. Anderzijds begint ook de elektrificatie van het wagenpark een effect te hebben. Dat effect blijft echter nog vrij beperkt wegens het kleine aandeel elektrische wagens in de totale vloot.