Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Materiaalconsumptie door de economie Materiaalconsumptie door de economie

Metadata: Materiaalconsumptie door de economie

Bron

Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) in opdracht van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM)

Definities

De materiaalconsumptie door de economie (Domestic Material Consumption, DMC) beschrijft het materiaalgebruik van de binnenlandse productie en consumptie van een economie, maar houdt ook rekening met de export van materialen. De DMC meet de totale hoeveelheid materialen die door een economie direct worden gebruikt (ingedeeld in de materiaalcategorieën biomassa, metaalertsen, fossiele energiedragers en niet-metallische mineralen). Door de Direct Material Input of DMI te verminderen met alle exporten van goederen (EXP) wordt de consumptie-indicator DMC bekomen: Domestic material consumption (DMC) = Direct material input (DMI) - Fysieke export (EXP).

Opmerkingen bij de kwaliteit

Bij de DMC ligt de focus op binnenlandse consumptie van materialen: de materialen die gebruikt worden door de Vlaamse bedrijven en consumenten. Het gebruik van materialen door Vlaamse bedrijven betreft enkel de materialen die niet geëxporteerd worden. Voor exportgerichte bedrijven tellen dus enkel die materialen die binnen de Vlaamse economie blijven, bijvoorbeeld hun eigen energiegebruik en generatie van afval. Daarnaast is ook de consumptiezijde belangrijk binnen de DMC. Er wordt hierbij gekeken naar de finale vraag naar eindproducten van een regio/land. Het is de som van materialen nodig voor de finale vraag naar goederen door huishoudens, overheden, instellingen zonder winstoogmerk, investeringen en verandering in voorraden van bedrijven in een regio/land.

De DMC houdt geen rekening met de grondstoffen onttrokken stroomopwaarts tijdens de volledige productieketen van het verhandelde product. De DMC kijkt enkel naar de werkelijke verhandelde hoeveelheden producten wanneer ze de landgrenzen oversteken. De handel van bijvoorbeeld diensten en elektriciteit kent geen massa en wordt niet uitgedrukt in gewicht, bijgevolg zijn deze niet inbegrepen in de DMC.

De DMC wordt berekend aan de hand van officiële statistieken, zijnde Materiaalstroomrekeningen voor de gehele economie (Economy-Wide Material Flow Accounts, EW-MFA), die verplicht gerapporteerd moeten worden door elke lidstaat van de Europese Unie aan het Europese statistiekbureau Eurostat. Voor het Vlaamse Gewest moet de DMC geschat worden, aangezien er geen officiële EW-MFA voor het Vlaamse Gewest worden opgemaakt. Voor de bepaling van de DMC voor het Vlaamse Gewest is een schatting nodig van internationale handel (handel van het Vlaamse Gewest met het buitenland) en interregionale handel (handel van het Vlaamse Gewest met het Brusselse Gewest, het Waalse Gewest en het extraregionaal gebied).

Voor enkele grote schommelingen in de handelsdata (invoer en uitvoer) werd een correctie gedaan voor alle cijfers tussen 2010 en 2022. Per product werd de verhouding hoeveelheid/euro, gemiddelde, mediaan, kwartielen, en interkwartielafstanden berekend (voor invoer, uitvoer, in hoeveelheid en in euro apart). Een correcte manier om uitschieters te berekenen is de regel van 1,5 keer de interkwartielafstand. Aangezien dit vrij eng is en grote schommelingen in handelsdata realistisch zijn, werd deze afstand 10 keer genomen. Op deze manier werden enkel de onrealistisch grote schommelingen aangepast. Indien een waarde als uitschieter werd beschouwd, werd de mediaan van de verhouding hoeveelheid/euro vermenigvuldigd met de waarde in euro.

Referenties