Gedaan met laden. U bevindt zich op: Koolstofvoetafdruk Milieu en natuur

Koolstofvoetafdruk

Gepubliceerd op 4 juli 2024 • Volgende update: april 2029
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Koolstofvoetafdruk op 14,7 ton CO2-equivalenten per inwoner per jaar

Afgezien van een lichte daling tussen 2012 en 2015, bleef de van de consumptie in het Vlaamse Gewest vrij stabiel over de periode 2010-2019. In 2019 lag de koolstofvoetafdruk op 14,7 ton per inwoner. Recentere cijfers zijn voorlopig niet beschikbaar.

Om de gemiddelde globale temperatuurstijging te beperken tot 2°C zouden de broeikasgasemissies op wereldniveau niet hoger mogen zijn dan gemiddeld 1 ton CO2-equivalenten per inwoner per jaar.

Helft van koolstofvoetafdruk komt van huisvesting, personenvervoer en voeding

In 2019 was 70% van de koolstofvoetafdruk van de consumptie in het Vlaamse Gewest gekoppeld aan goederen en diensten die huishoudens aankopen. De overige 30% was afkomstig van emissies gekoppeld aan investeringen van bedrijven en overheden in onder meer gebouwen, infrastructuur, machines en ICT-materiaal, en emissies gekoppeld aan overheidsdiensten waar de consument niet rechtstreeks voor betaalt, zoals onderwijs en defensie.

Ongeveer 50% van de totale koolstofvoetafdruk werd veroorzaakt door uitgaven van huishoudens aan huisvesting, personenvervoer en voedingsmiddelen. De koolstofvoetafdruk van huisvesting bestond voor 77% uit emissies die het gevolg zijn van energiegebruik. Die omvatten zowel de directe uitstoot bij huishoudens door het gebruik van brandstoffen voor onder meer verwarming en warm water, als de indirecte emissies bij de productie van de brandstoffen en de elektriciteit die in de woning worden gebruikt. De koolstofvoetafdruk van personenvervoer werd grotendeels (86%) veroorzaakt door autogebruik. Het gaat daarbij vooral om emissies die ontstaan aan de uitlaat van de wagens en bij de winning en raffinage van de brandstoffen. Een kleiner deel is afkomstig van emissies in de productieketens van wagens en emissies gekoppeld aan onderhoud. In de categorie voedingsmiddelen hadden vlees (24%), brood en granen (13%), en melk, kaas en eieren (14%) het grootste aandeel in de koolstofvoetafdruk.

Vlaams Gewest besteedt netto broeikasgasemissies uit

Veel van de geconsumeerde goederen en diensten hebben lange productieketens die zorgen voor broeikasgasemissies buiten de grenzen van het Vlaamse Gewest. In 2019 veroorzaakte de Vlaamse consumptie 62,8 megaton (Mton) CO2-equivalenten broeikasgasemissies buiten het Vlaamse Gewest. Dat is ongeveer 65% van de totale koolstofvoetafdruk. Iets meer dan de helft daarvan waren emissies buiten Europa. Dat aandeel veranderde weinig tussen 2015 en 2019. Andersom produceerden Vlaamse bedrijven in 2019 39,3 Mton CO2-equivalenten broeikasgasemissies (70% van de totale broeikasgasemissies van de Vlaamse bedrijven) voor goederen en diensten die geëxporteerd werden. Ook dat aandeel bleef stabiel tussen 2015 en 2019.

De broeikasgasemissies die de consumptie in het Vlaamse Gewest veroorzaakte buiten het Vlaamse Gewest waren in 2019 60% hoger dan de broeikasgasemissies die in het Vlaamse Gewest ontstonden door de productie voor de export. Het Vlaamse Gewest besteedt dus netto broeikasgasemissies uit aan de andere gewesten en aan het buitenland.