Gedaan met laden. U bevindt zich op: Grondwaterstand Milieu en natuur

Grondwaterstand

Gepubliceerd op 19 december 2024 • Volgende update: december 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

In 30% van meetplaatsen stijging van grondwaterstand tussen 2017 en 2023

In het Vlaamse Gewest vertoonde 14% van de meetplaatsen tijdens de periode 2017 tot 2023 een daling van de grondwaterstanden. Bij 30% van de meetplaatsen werd een stijging opgetekend. Op 56% van de meetplaatsen was er geen sprake van een statistisch significante daling of stijging.

Over de periode 2017-2023 vertoonde 6% van de meetpunten in de een daling, 24% een stijging. In de werden naast dalingen (21%) toch op heel wat plaatsen een stijging (34%) vastgesteld. Dat hangt mogelijk samen met lokale of regionale maatregelen om de afbouw van grondwaterwinningen te stimuleren.

Freatische grondwaterlagen liggen rechtstreeks onder het oppervlak zonder een ondoorlaatbare laag er bovenop. Afgesloten lagen zijn de diepere grondwaterlagen die bovenaan wel afgesloten zijn door een ondoorlaatbare laag. Freatische grondwaterlagen reageren snel op de vaak wisselende weersomstandigheden. In de afgesloten waterlagen is niet het weer maar de grondwaterwinning de belangrijkste beïnvloedende factor voor de grondwaterstand.

Van de freatische meetpunten vertoonde 70% geen duidelijke trend over de periode 2017-2023. Bij de meetpunten in de afgesloten grondwaterlagen was dat 45%.

Effecten van de recente droogteperiodes duidelijk zichtbaar

Bekeken over de langere periode van 2000 tot 2023 vertoonde 46% van de meetplaatsen een daling van de grondwaterstanden. Bij 24% van de meetplaatsen werd een stijging opgetekend. In 30% van de meetplaatsen was er geen duidelijke trend.

Tussen 2000 en 2023 vertoonden de freatische grondwaterlagen veel vaker een daling dan een stijging. De effecten van de opeenvolgende droogteperiodes in de periode 2017-2020 en 2022 zijn in die lagen dus meer zichtbaar dan in de afgesloten lagen. De aanvulling van het freatische grondwater is vooral afhankelijk van neerslag en verdamping. In het Vlaamse Gewest regent het jaarrond ongeveer evenveel, maar de verdamping vindt voornamelijk plaats in de zomer. Daarom gebeurt de aanvulling van het grondwater vooral in de winter. De winterneerslag vertoonde in de periode 2000-2023 geen duidelijke toename. Het is dan ook vooral de toename van de temperaturen en daarmee ook van de verdamping die het grote percentage dalende, freatische grondwaterstanden in de periode 2000-2023 verklaart.

Over de periode 2000-2023 vertoonde 52% van de meetpunten in de freatische lagen een daling en 4% een stijging. In de afgesloten waterlagen was er in dezelfde periode bij 41% van de meetpunten een daling, bij 39% een stijging.