Tewerkstelling circulaire bedrijfstakken

Eind 2022 telde het Vlaamse Gewest 44.695 personen tewerkgesteld in circulaire bedrijfstakken. De bezoldigde tewerkstelling in die bedrijfstakken nam tussen 2007 en 2022 met ongeveer 7.500 personen toe (+ 20%). Die toename deed zich vooral voor tussen 2009 en 2012 en tussen 2015 en 2019. Eind 2019 werd een piek bereikt (45.666 personen). Van 2020 tot 2022 was er sprake van een stabilisatie. De groei van de tewerkstelling in de circulaire bedrijfstakken was in de periode 2007-2022 sterker dan de groei van de bezoldigde tewerkstelling in de hele economie (respectievelijk +20% en +15%).

De circulaire bedrijfstakken namen eind 2022 1,8% van de totale bezoldigde tewerkstelling in het Vlaamse Gewest voor hun rekening. Dat aandeel lag hoger in het Waalse Gewest (1,9%). In beide gewesten nam het aandeel beperkt toe tussen 2007 en 2022. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest lag dat aandeel eind 2022 lager dan in de andere gewesten (0,7%). Bovendien was er in het Brusselse Gewest sprake van een duidelijke daling tussen 2007 en 2022.

Het onderhoud van motorvoertuigen was eind 2022 naar tewerkstelling de belangrijkste groep onder de circulaire bedrijfstakken (39% van de totale tewerkstelling in de circulaire bedrijfstakken). Andere belangrijke groepen waren de verwerking van afval (26%) en diverse herstellingen (19%). Verhuur en lease was goed voor 12%. Restauratie van gebouwen en de handel in tweedehandsartikelen vormden minder belangrijke groepen op vlak van tewerkstelling (3,0% en 1,5%).