Gedaan met laden. U bevindt zich op: Consumptie en sparen Macro-economie

Consumptie en sparen

Gepubliceerd op 16 april 2024 • Volgende update: april 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Totale consumptie steeg in 2022 met 12% in lopende prijzen

De totale van huishoudens, overheid en nam in het Vlaamse Gewest in 2022 toe met 12% (in lopende prijzen) en kwam daarmee op 240 miljard euro. Ook in 2021 werd een hoog groeicijfer genoteerd (+8%). Dat wijst op een herstelbeweging na de terugval van de consumptie in 2020 als gevolg van de Covid-19-crisis en de beperkingen op economische activiteiten zoals horeca en ontspanning. Dat was zo in elk gewest.

Gros van consumptie gebeurt door huishoudens

68% van de totale consumptie in het Vlaamse Gewest gebeurde in 2022 door de huishoudens. De overheid nam 31% voor zijn rekening. De consumptie van de instellingen zonder winstoogmerk was vrij miniem (1%). In 2020 en 2021 was het belang van de overheid iets groter.

De Vlaamse huishoudens spendeerden in 2022 het meeste aan huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen (24% van de consumptie), diverse goederen en diensten, waaronder financiële diensten en verzekeringen (14%), voedingsmiddelen en drank (13%), en transport (10%).

Sparen liep terug in 2021 en 2022

Het van de huishoudens in het Vlaamse Gewest daalde in 2022 met 10% tot 33 miljard euro. Ook in 2021 was er al sprake van een daling (-6%). Die dalingen volgden op een forse toename in 2020. De inperkingen als gevolg van de Covid-19-crisis zorgden in 2020 voor minder mogelijkheden om te consumeren. Tegelijk zorgden maatregelen zoals de tijdelijke werkloosheid en steun aan bedrijven ervoor dat het inkomen van de burgers min of meer op peil bleef, met een sterke toename van het bruto sparen tot gevolg. Ook de andere gewesten kenden een forse toename van het sparen in 2020, gevolgd door een daling in 2021 en 2022.

Spaarquote daalde in 2022

De in het Vlaamse Gewest daalde in 2022 tot 17%. Ook in 2021 was er een achteruitgang. De spaarquote daalde tussen 2010 en 2018. In 2020 was er een toename tot 23% als gevolg van een lagere consumptie en een hoger spaarbedrag. Ook de andere gewesten noteerden een sterke toename van de spaarquote in 2020, gevolgd door een achteruitgang in 2021 en 2022.

Spaarquote in 2022 het hoogst in Duitsland, Nederland en Luxemburg

De bruto spaarquote van de huishoudens was in 2022 hoger in het Vlaamse Gewest (17%) dan in de beide andere gewesten. In het Brusselse Gewest ging het om 3%, in het Waalse Gewest om 9%.

De gemiddelde spaarquote in de EU27 kwam op 13% in 2022. De landen met de hoogste spaarquote waren Duitsland, Nederland en Luxemburg (18 tot 20%). De spaarquote was vooral in een aantal Zuid- en Oost-EU-lidstaten laag. In Polen en Griekenland was de spaarquote negatief. Daar werd door de huishoudens dus niet gespaard maar ontspaard.