Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Bruto toegevoegde waarde Bruto toegevoegde waarde

Metadata: Bruto toegevoegde waarde

Bron

Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR)

Definities

Bruto toegevoegde waarde: het verschil tussen de marktwaarde van de in 1 jaar geproduceerde goederen en diensten en de marktwaarde van de in het productieproces verbruikte goederen en diensten. Anders uitgedrukt: de waarde die de productiefactoren arbeid en kapitaal toevoegen aan de verbruikte of intermediaire goederen en diensten.

Het gaat om “bruto” toegevoegde waarde, wat wil zeggen dat het verbruik van vaste activa (= afschrijvingen) inbegrepen is.
De waardering gebeurt tegen basisprijzen. Dat wil zeggen dat de productie niet de door de producent in rekening gebrachte belasting over de toegevoegde waarde omvat en ook niet mogelijke andere productgebonden belastingen zoals accijnzen. Wel zijn productgebonden subsidies inbegrepen.

De bruto toegevoegde waarde wordt uitgedrukt in lopende prijzen. Dat wil zeggen: prijzen van het betrokken jaar, niet gecorrigeerd voor de inflatie. Een toename van de waarde is te wijten aan een toename van het volume en/of van de prijs per eenheid.

De economie wordt ingedeeld in 38 bedrijfstakken volgens de zogenaamde A38-indeling.

De reeks onderging een revisie van de nationale rekeningen en een wijziging van de verdeelsleutels in de regionale rekeningen (toegepast vanaf 2009).

De belangrijkste methodologische wijzigingen in de nationale rekeningen hadden betrekking op de bestuurders van vennootschappen, de woningdiensten, de verzekeringsdiensten, de diensten van ziekenhuizen, onderzoek en ontwikkeling, de herclassificatie van verenigingen zonder winstoogmerk (test markt/niet-markt), de elektriciteitsproductie door huishoudens, de indirect gemeten diensten van financiële intermediairs en de belastingen en subsidies op productie en invoer. Hierdoor wijzigden de te verdelen cijfers voor België en dit voor alle bedrijfstakken.

De belangrijkste wijzigingen van de te verdelen nationale aggregaten naar de regio’s toe zijn de volgende:

  • Verdeelsleutel ondernemingen met vestigingen in meerdere arrondissementen: vroeger werden de macro-economische variabelen verdeeld volgens het aantal jobs. Nu zijn er meerdere verdeelsleutels naargelang de variabele. Voor de bruto toegevoegde waarde, investeringen en export en import is dit nu gebaseerd op de loonmassa. Er is namelijk een betere correlatie tussen de variabelen in kwestie en de lonen dan het aantal jobs. De kwaliteit van de regionale verdeling verbetert daardoor.
  • De bruto toegevoegde waarde van de krediet- en verzekeringsinstellingen zal voortaan niet enkel meer verdeeld worden over de arrondissementen van een multiregionale instelling volgens de beloning van werknemers, maar deels ook volgens de som van ontvangen en betaalde interesten en commissies en ontvangen premies. Ook hier gaat het om een kwaliteitsverbetering.

Bij de versie van de regionale rekeningen van januari 2024 werd de bruto toegevoegde waarde voor het T-1 jaar voor de sector S11 (niet-financiële vennootschappen) niet langer geraamd op basis van de RSZ lonen, maar op basis van gegevens uit de jaarrekeningen.

Het laatste jaar is een voorlopig cijfer omdat nog niet alle bronnenmateriaal voorhanden is om een goede regionale verdeling te maken.

Opmerkingen bij de kwaliteit

Het ESR 2010 (Europees Systeem van Rekeningen) garandeert een vergelijkbare opmaak van het aggregaat over de landen heen. De data voor de laatste jaren kunnen herzien worden omwille van de beschikbaarheid van nieuwe statistische informatie (uit jaarrapporten, info van betrokken actoren,...) en de afstemming op de nationale rekeningen, de welke ook herzien kunnen worden.

Referenties

Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR): Regionale rekeningen(opent in nieuw venster)

Naar de statistiek