Gedaan met laden. U bevindt zich op: Metadata: Land- en tuinbouwbedrijven Land- en tuinbouwbedrijven

Metadata: Land- en tuinbouwbedrijven

Bron

Statbel, Certisys, TÜV Nord Integra en Inscert Partner, bewerking Departement Landbouw en Visserij

Definities

Aantal land- en tuinbouwbedrijven: het aantal bedrijven dat land- en/of tuinbouwproducten produceert voor de verkoop.

De oppervlakte van een bedrijf wordt toegewezen aan de gemeente waar de hoofdzetel van het bedrijf gevestigd is.

Standaardopbrengst: de geldwaarde van de bruto landbouwproductie per eenheid tegen prijzen af boerderij en exclusief BTW. Er wordt geen rekening gehouden met subsidies. Ook specifieke kosten (zaad, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, voeders, energie enzovoort) worden niet afgetrokken.

Grootvee-eenheid (GVE): een omrekeningsfactor om landbouwdieren op een uniforme manier weer te geven en te vergelijken. Het aantal GVE wordt bepaald door het aantal dieren om te zetten met behulp van volgende coëfficiënten: runderen jonger dan 1 jaar: 0,4; runderen van 1 jaar en jonger dan 2 jaar: 0,6; mannelijke runderen van 2 jaar en meer: 1; vaarzen van 2 jaar en meer: 0,5; melkkoeien: 1; zoogkoeien en reforme koeien: 0,8; schapen en geiten: 0,1; biggen van minder dan 20 kg: 0,027; zeugen: 0,5; andere varkens: 0,3; vleeskippen: 0,007; leghennen, poeljen en fokhanen: 0,014; ander pluimvee: 0,03 en paardachtigen: 0,6.

Bedrijven in omschakeling: om van een gangbaar bedrijf een biologisch bedrijf te maken, moet de boer ‘omschakelen’. Als de boer de bioregels volgt en de controleorganisatie hem een certificaat uitreikt, is de boer na 1 jaar gecertificeerd ‘in omschakeling naar bio’. Na 2 jaar (eenjarige gewassen als bijvoorbeeld groenten) of 3 jaar (meerjarige gewassen als bijvoorbeeld pitfruit) krijgt de boer dan het officiële biocertificaat van de controleorganisatie en mag hij zijn product als biologisch verkopen.

Naar de statistiek