Gedaan met laden. U bevindt zich op: Bedrijfseconomische inkomensindicatoren per landbouwsector Landbouw en visserij

Bedrijfseconomische inkomensindicatoren per landbouwsector

Gepubliceerd op 19 juni 2024 • Volgende update: juni 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Bedrijfseconomische inkomensindicatoren: duidelijke verschillen tussen sectoren

Binnen de land- en tuinbouwsector was het in de periode 2018-2022 opvallend hoger voor de tuinbouw (341.800 euro per bedrijf in ) dan voor de landbouw (101.800 euro). Het zijn vooral de bedrijven met glasgroenten die het gemiddelde van de tuinbouw omhoogstuwen. Ook binnen de landbouw waren er duidelijke verschillen: de melkveebedrijven scoorden een pak hoger dan de akkerbouw-, varkens- en vleesveebedrijven.

In bepaalde sectoren was het verschil tussen het factor- en aanzienlijk. Vooral in de tuinbouw was dat het geval omdat de tuinbouw een aantal grote bedrijven telt met hoge kosten voor externe (niet-familiale) arbeid en voor bedrijfskapitaal. In de landbouw is de inzet van externe arbeid heel wat lager, waardoor het verschil tussen factor- en bedrijfsinkomen er kleiner is. Over de periode 2018-2022 realiseerden de glasgroenten een bedrijfsinkomen van 308.300 euro per bedrijf. In de landbouw haalden de melkveebedrijven met 116.600 euro het hoogste bedrijfsinkomen. De vleesveebedrijven waren met een bedrijfsinkomen van 34.600 euro de hekkensluiter.

Het verschil tussen het bedrijfsinkomen en het was gemiddeld kleiner dan het verschil tussen het factor- en bedrijfsinkomen. Dat geeft aan dat het belang van de fictieve pacht en rente minder groot is dan dat van de betaalde . Bij het familiaal arbeidsinkomen was er nog steeds een duidelijk verschil tussen de tuinbouw (171.300 euro) en de landbouw (67.800 euro).

Het verschil tussen het familiaal arbeidsinkomen en het was bij alle sectoren groot. Dat komt omdat de vergoeding voor eigen arbeid een zware (aangerekende) kostenpost is. In de periode 2018-2022 slaagden de tuinbouwbedrijven er gemiddeld genomen in om met 81.700 euro per bedrijf een positief netto bedrijfsresultaat te behalen. Dat betekent dat ze alle productiefactoren kunnen vergoeden en er nog een vergoeding voor het ondernemerschap (winst) overblijft. De landbouwbedrijven toonden een ander beeld: met een netto bedrijfsresultaat van 4.100 euro per bedrijf kan de eigen arbeid worden vergoed, maar blijft er nauwelijks een beloning voor het ondernemerschap over.

Akkerbouw: netto bedrijfsresultaat blijft positief

In de sector van de akkerbouw bedroeg het familiaal arbeidsinkomen in 2022 68.500 euro per bedrijf, opnieuw een stijging ten opzichte van het voorgaande jaar. Het familiaal arbeidsinkomen minus de vergoeding voor eigen arbeid geeft het netto bedrijfsresultaat, wat beschouwd kan worden als beloning voor het management van de bedrijfsleider. Het netto bedrijfsresultaat was in 2022 voor het 4de jaar op rij positief (33.900 euro).

Groenten onder glas: netto bedrijfsresultaat van 233.100 euro

In 2022 bedroeg het familiaal arbeidsinkomen in de glasgroentesector bijna 322.000 euro. Voor het 9de jaar op rij was het netto bedrijfsresultaat sterk positief en kwam uit op 233.100 euro, dat is een derde meer dan in 2021.

Groenten in open lucht: netto bedrijfsresultaat stijgt opnieuw

Na een stevige daling in 2021 vertoonden het factor- en het bedrijfsinkomen van de sector groenten in open lucht in 2022 een aanzienlijke toename. Het familiaal arbeidsinkomen steeg naar 110.000 euro. Het netto bedrijfsresultaat kwam uit op net geen 46.100 euro, het op 1 na beste resultaat sinds 2018.

Sierteelt onder glas: netto bedrijfsresultaat neemt sterk toe tot bijna 295.600 euro

In de sector sierteelt onder glas nam het familiaal arbeidsinkomen in 2022 fors toe tot 378.900 euro. Na vergoeding voor eigen arbeid bleef het netto bedrijfsresultaat met 295.600 euro sterk positief.

Fruit: stevige daling netto bedrijfsresultaat

In de fruitsector daalde het familiaal arbeidskomen in 2022 voor het 3de jaar op rij tot 98.500 euro. Het familiaal arbeidsinkomen bleek wel voldoende om de vergoeding voor eigen arbeid te dekken. Hierdoor bleef het netto bedrijfsresultaat positief en bedroeg het 21.900 euro, ruim de helft lager dan in het voorgaande jaar.

Melkvee: hoogste netto bedrijfsresultaat sinds 2012

Omdat de melkprijzen in 2022 een stuk hoger lagen dan in 2021 namen de opbrengsten bij de gespecialiseerde melkveebedrijven fors toe. Hierdoor steeg het familiaal arbeidsinkomen tot 235.000 euro. Dat was ruim voldoende om de vergoeding voor eigen arbeid te dragen, waardoor het netto bedrijfsresultaat sterk positief uitkwam op 146.500 euro.

Vleesvee: netto bedrijfsresultaat blijft negatief

Het familiaal arbeidsinkomen in de vleesveesector is in 2022 opnieuw toegenomen tot ruim 38.500 euro. Toch was dat, net als in de voorgaande jaren, onvoldoende om de vergoeding voor eigen arbeid te dekken, waardoor het netto bedrijfsresultaat neerkwam op -13.800 euro.

Varkens: netto bedrijfsresultaat na 2 jaar opnieuw positief

In 2022 vertoonde het familiaal arbeidsinkomen in de varkenssector, na een aanzienlijke daling in 2020 en 2021, een stijging tot 83.000 euro per bedrijf. Hierdoor was het netto bedrijfsresultaat opnieuw positief en bedroeg het 20.400 euro.

Legpluimvee: netto bedrijfsresultaat van 440.700 euro

In de legpluimveesector nam het familiaal arbeidsinkomen sterk toe tot 533.100 euro. Dat was ruimschoots voldoende om de vergoeding voor eigen arbeid te dekken, waardoor het netto bedrijfsresultaat in 2022 uitkwam op bijna 440.700 euro, het hoogste resultaat sinds 2016.

Slachtpluimvee: netto bedrijfsresultaat stijgt sterk tot 374.300 euro

In de sector van het slachtpluimvee namen zowel het factorinkomen als het bedrijfsinkomen fors toe, resulterend in een familiaal arbeidsinkomen van ruim 433.000 euro. Het netto bedrijfsresultaat bleef daarmee, net als in de voorgaande jaren, positief en bedroeg 374.300 euro, het hoogste resultaat sinds 2016.