Gedaan met laden. U bevindt zich op: Huishoudinkomen Inkomen en armoede

Huishoudinkomen

Gepubliceerd op 20 maart 2024 • Volgende update: maart 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Huishoudinkomen in Vlaams Gewest gemiddeld op 2.729 euro per maand

Volgens de EU-SILC-enquête van 2023 lag het gemiddelde netto in het Vlaamse Gewest op 2.729 euro per maand. In 2006 ging het om 2.363 euro per maand (uitgedrukt in van 2022). Dat is een stijging van 16% of gemiddeld 1% per jaar.

Bij de berekening van het worden alle inkomens van alle leden van het huishouden meegeteld. Er wordt ook rekening gehouden met de aftrek van de directe belastingen en bijdragen voor de sociale zekerheid (netto), met de verschillen in samenstelling en grootte van de huishoudens (equivalent) en met de inflatie door weergave van de bedragen in reële prijzen van 2022. Het netto equivalent huishoudinkomen is tussen 2022 en 2023 gedaald (-5%).

Bovenstaande cijfers werden berekend op basis van het totale beschikbare inkomen van de huishoudens in het jaar voorafgaand aan de enquête. De cijfers van 2023 hebben dus betrekking op de huishoudinkomens van 2022. De EU-SILC-enquête waar deze cijfers op gebaseerd zijn, werd in 2019 ingrijpend vernieuwd. Daardoor is voorzichtigheid geboden bij het maken van vergelijkingen met de resultaten van voorgaande jaren.

Meer personen in hogere inkomensgroepen in 2023 dan in 2006

Algemeen gezien bevonden zich in 2023 beduidend meer personen in de hogere inkomensgroepen dan in 2006. In 2023 had 32% van de bevolking een netto equivalent huishoudinkomen van meer dan 3.000 euro per maand, tegenover 22% in 2006.

Het huishoudinkomen lag in 2023 bij 42% van de bevolking tussen 2.000 en 3.000 euro per maand, tegenover 37% in 2006.

Bij 26% van de bevolking lag het netto equivalent huishoudinkomen in 2023 lager dan 2.000 euro per maand, tegenover 41% in 2006.

Veel lager huishoudinkomen bij 65-plussers

Het netto equivalent huishoudinkomen lag in 2023 het hoogst bij de 50- tot 64-jarigen (3.067 euro per maand) en het laagst bij de 65-plussers (2.272 euro).

Het inkomen van de 65-plussers lag in de hele periode 2006-2023 veel lager dan bij de jongere leeftijdsgroepen. Tegenover 2006 was de stijging bij de 65-plussers wel het grootst (+29%), bij de groep van 0 tot 14 jaar het kleinst (+11%).

Tussen 2022 en 2023 daalde het huishoudinkomen bij alle leeftijdsgroepen. Die daling was het grootst bij de 35- tot 49-jarigen (-7%).

Hooggeschoolden hebben veel hoger huishoudinkomen

Het netto equivalent huishoudinkomen van hooggeschoolden lag in 2023 gemiddeld op 3.130 euro per maand. Bij middengeschoolden ging het om 2.569 euro en bij laaggeschoolden om 2.093 euro.

Over de hele periode tussen 2006 en 2023 steeg het huishoudinkomen bij laaggeschoolden met 14%, bij middengeschoolden met 12% en bij hooggeschoolden met 4%.

Tussen 2022 en 2023 daalde het huishoudinkomen bij zowel hooggeschoolden (-7%) als bij middengeschoolden (-3%) en laaggeschoolden (-2%).

Lager huishoudinkomen bij personen met hinder door handicap of langdurig gezondheidsprobleem

In 2023 bedroeg het netto equivalent huishoudinkomen van personen met een vorm van dagelijkse hinder vanwege een handicap of een langdurig gezondheidsprobleem gemiddeld 2.402 euro per maand. Bij de personen zonder hinder ging het om 2.861 euro.

Het huishoudinkomen is tussen 2006 en 2023 sterker gestegen bij personen met hinder (+22%) dan bij personen zonder hinder (+15%).

Tussen 2022 en 2023 daalde het huishoudinkomen bij personen met hinder iets minder dan bij personen zonder hinder.

Lager huishoudinkomen bij personen geboren buiten EU

In 2023 lag het netto equivalente huishoudinkomen van personen die buiten de Europese Unie (EU) zijn geboren gemiddeld op 2.027 euro per maand. Bij de personen geboren in België ging het om 2.781 euro en bij personen geboren in een ander EU-land dan België om 2.724 euro.

In de hele periode tussen 2009 en 2023 steeg het huishoudinkomen van zowel personen geboren in België als personen geboren buiten de EU met 11%. Bij personen geboren in de EU (buiten België) steeg het huishoudinkomen met 13%.

Tussen 2022 en 2023 daalde het huishoudinkomen bij personen geboren buiten de EU met 8%, bij personen geboren in België met 5%, en bij personen geboren in een ander EU-land dan België met 2%.

Huishoudinkomen in Vlaams Gewest hoger dan in andere Belgische gewesten en dan EU27-gemiddelde

Het Vlaamse Gewest had in 2022 met 2.308 euro (uitgedrukt in koopkrachtstandaard of KKS) een hoger gemiddeld maandelijks equivalent huishoudinkomen dan het Waalse Gewest (1.985 euro) en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (1.824 euro).

Het gemiddelde netto equivalent huishoudinkomen lag in België in 2022 (in KKS) lager dan in Luxemburg, Oostenrijk, Nederland, Duitsland en Denemarken, maar hoger dan het EU27-gemiddelde.

Er zijn zeer grote verschillen in het huishoudinkomen tussen de EU27-landen. Luxemburg had in 2022 met gemiddeld 3.042 euro KKS per maand veruit het hoogste huishoudinkomen. Slovakije (906 euro KKS) kende het laagste huishoudinkomen.

Cijfers voor 2023 zijn nog niet voor alle EU-landen beschikbaar. Maar voor België en de gewesten is dat wel het geval. Het Vlaamse Gewest had in 2023 met gemiddeld 2.729 euro een hoger gemiddeld maandelijks huishoudinkomen dan het Waalse Gewest (2.412 euro) en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (2.416 euro). Het gaat voor 2023 om bedragen niet uitgedrukt in koopkrachtstandaard.