Productie en gebruik elektriciteit

In 2023 lag de totale bruto-elektriciteitsproductie in het Vlaamse Gewest op 44.025 gigawattuur (open definitie) (GWh). Na aftrek van het eigenverbruik door de centrales, de netverliezen en het gebruik voor batterij-opslag, was er netto 39.776 GWh Vlaamse elektriciteit beschikbaar voor de eindconsument.

Het Vlaamse elektriciteitsgebruik door de eindconsument daalde in 2023 met 2% ten opzichte van 2022 en kwam daarmee op 49.609 GWh. In 2023 lag de nettoproductie van elektriciteit 20% lager dan het gebruik in het Vlaamse Gewest en werd 9.826 GWh ingevoerd.

In 2014, 2015 en 2018 lag de eigen productie het laagst door het stilleggen van enkele kerncentrales en was het aandeel van de netto invoer het grootst. In 2022 werd Doel 3 gesloten en nam de eigen productie verder af.

Kernenergie en klassieke brandstoffen waren in 2023 de belangrijkste productiebronnen van elektriciteit. Zij waren goed voor 36% en 41% van de totale Vlaamse bruto elektriciteitsproductie. Wind, water en zon zorgden samen voor 23% van de productie.

Tussen 2010 en 2023 daalde het aandeel van klassieke brandstoffen in de totale elektriciteitsproductie van 55% tot 41%. Het aandeel van wind, water en zon nam in dezelfde periode toe van 2% tot 23%. Het aandeel van kernenergie bleef ongeveer constant, afgezien van schommelingen door het tijdelijk stilleggen van enkele kerncentrales in 2014, 2015 en 2018. Door het stilleggen van Doel 3 is het aandeel verder gezakt tot 36% in 2023.