Gedaan met laden. U bevindt zich op: Beveiligingsacties op het internet door burgers Digitale economie

Beveiligingsacties op het internet door burgers

Gepubliceerd op 24 april 2024 • Volgende update: april 2026
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

In 2023 had 69% van de inwoners van het Vlaamse Gewest van 16 tot 74 jaar minstens 1 internetactiviteit uitgevoerd om de toegang tot persoonlijke gegevens te beheren.

De meest voorkomende acties zijn het weigeren van het gebruik van de eigen persoonlijke gegevens voor reclamedoeleinden (48%), het beperken of weigeren van de toegang tot de eigen geografische locatie (42%), het wijzigen van de instellingen op de internetbrowser om cookies te voorkomen of te beperken (37%) en het beperken van de toegang tot het eigen profiel of inhoud op sociale netwerken of op clouddiensten voor het online opslaan van gedeelde gegevens (32%). Het lezen van het privacybeleid (22%) of het controleren van de veiligheid van de website (23%) vooraleer persoonlijke gegevens in te voeren gebeurde door ongeveer een vijfde van de bevolking.

Op basis van bovenstaande internetactiviteiten kan de bevolking van 16 tot 74 jaar ingedeeld worden in personen zonder basisvaardigheden, met basisvaardigheden en met meer gevorderde vaardigheden op vlak van online veiligheid. Personen met basisvaardigheden hebben in de 3 maanden voorafgaand aan de bevraging 1 of 2 van de internetactiviteiten uitgevoerd, personen met meer gevorderde vaardigheden minstens 3 activiteiten. Personen zonder vaardigheden hebben geen enkele activiteit uitgevoerd.

In 2023 had 31% van de bevolking van 16 tot 74 jaar geen vaardigheden betreffende online veiligheid. In 2021 was dat 35%.

Het aandeel van de bevolking met basisvaardigheden en meer gevorderde vaardigheden is beperkt toegenomen van 2021 tot 2023: voor basisvaardigheden steeg het aandeel van 27% naar 29%, voor meer gevorderde vaardigheden van 37% naar 40%.

Internetactiviteiten voor online veiligheid minder uitgevoerd door ouderen, laaggeschoolden en internetgebruikers met een laag inkomen

Het aandeel internetgebruikers met minstens basisvaardigheden voor online veiligheid (som van aandeel met basisvaardigheden en meer gevorderde vaardigheden) daalt met de leeftijd en stijgt met de opleiding en het inkomen. Naar geboorteland en geslacht is het verschil kleiner.

78% van de 16- tot 24-jarigen en 77% van de 25- tot 54-jarigen had in 2023 minstens basisvaardigheden voor online veiligheid. Bij de 55- tot 74-jarigen ging het om 60%.

Bij de laaggeschoolden had 49% minstens basisvaardigheden. Bij de hooggeschoolden was dat 87%.

Bij de hoogste inkomensgroep heeft 81% minstens basisvaardigheden, bij de laagste inkomensgroep is dat 52%.

Het aandeel met minstens basisvaardigheden is iets groter bij mannen dan bij vrouwen (73% versus 71%). Het aandeel personen met minstens basisvaardigheden is ook groter bij de mensen geboren in België dan bij deze geboren in het buitenland (73% versus 66%).

Basisvaardigheden voor online veiligheid in Vlaamse Gewest op niveau EU27-gemiddelde

In 2023 had 69% van de inwoners van het Vlaamse Gewest van 16 tot 74 jaar minstens basisvaardigheden voor online veiligheid (som van aandeel met basisvaardigheden en meer gevorderde vaardigheden). Dat aandeel lag iets hoger in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest (73%) en iets lager in het Waalse Gewest (66%).

Het aandeel in het Vlaamse Gewest is ongeveer gelijk aan het EU27-gemiddelde (70%). In Nederland en Finland heeft meer dan 90% van de bevolking tussen 16 en 74 jaar minstens basisvaardigheden voor online veiligheid. In Roemenië lag dat aandeel het laagst (47%).