Gedaan met laden. U bevindt zich op: Interne migratie Bevolking

Interne migratie

Gepubliceerd op 10 juli 2024 • Volgende update: juli 2025
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden
Inhoud is aan het laden

Globaal meer interne immigraties dan interne emigraties

In de loop van 2023 werden er afgerond 315.000 interne of binnenlandse immigraties geteld in het Vlaamse Gewest. Het gaat om verhuisbewegingen vanuit eender welke Belgische (dus ook Vlaamse) gemeente naar een (andere) gemeente in het Vlaamse Gewest.

Daartegenover stonden 300.000 interne emigraties. Ook dat zijn verhuisbewegingen binnen België, maar dan vanuit een gemeente in het Vlaamse Gewest naar eender welke andere Belgische (dus ook Vlaamse) gemeente.

Beide verhuisbewegingen resulteerden globaal voor het Vlaamse Gewest in een positief van bijna 15.000 eenheden in 2023. Dat positieve saldo draagt bij aan de bevolkingsgroei van het Vlaamse Gewest.

Zowel het aantal interne immigraties (naar een gemeente in het Vlaamse Gewest) als het aantal interne emigraties (vanuit een gemeente in het Vlaamse Gewest) zijn met de jaren toegenomen. Tussen 2000 en 2019 ging het om een toename van 48% voor de interne immigratie en van 44% voor de interne emigratie. Die toename was veel groter dan de bevolkingstoename in die periode (+12%). Dat wijst op een toegenomen verhuisintensiteit bij de bevolking.

In 2020 werd voor het eerst in 5 jaar wel een lichte daling opgetekend, zowel bij de interne immigraties als bij de interne emigraties. Dat hangt samen met de Covid-19-pandemie. Na de stijging in 2021 en 2022 lag het aantal immigraties en emigraties opnieuw hoger dan in 2019. In 2023 was er een lichte daling ten opzichte van 2022.

Meer inwijking vanuit Brussels Gewest dan vanuit Waals Gewest

De uitsplitsing van de migratiestromen tussen de Belgische gewesten toont voor 2023 een omvangrijke instroom vanuit het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest naar het Vlaamse Gewest (28.100 immigraties). Daartegenover vertrokken half zoveel mensen in de omgekeerde richting (14.400 emigraties). Dat geeft voor het Vlaamse Gewest een positief saldo (+13.700 eenheden).

Daarnaast was er sprake van een beperktere instroom vanuit het Waalse Gewest naar het Vlaamse Gewest (10.000 immigraties in 2023). Het aantal bewegingen in omgekeerde richting lag iets lager (8.800 emigraties). Voor 2023 gaf dat voor het Vlaamse Gewest een positief saldo van meer dan 1.100 eenheden.

De netto positieve inwijking vanuit het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest vertoont na de daling in de jaren 1990 een opmerkelijke stijging tussen 2000 en 2006, en opnieuw tussen 2013 en 2021. De jongste 2 jaren is er terug een lichte daling. Vanuit het Waalse Gewest was er vanaf het begin van de jaren 1990 tot 2015 steeds een negatief saldo. Sinds 2016 is er een beperkt positief saldo (met uitzondering voor 2020).

Buitenlanders goed voor ongeveer 1 op 3 migraties van en naar andere gewesten

Bij de migratiebewegingen van en naar het Brusselse Gewest in de de periode 2021-2023 hadden bijna 2 op de 3 migranten de Belgische nationaliteit. Dat was ook zo bij de migratiebewegingen van het Waalse naar het Vlaamse Gewest. Bij de migratie van het Vlaamse naar het Waalse Gewest waren bijna 8 op de 10 uitwijkelingen Belg (77%).

In die interregionale migraties zijn algemeen genomen buitenlanders van een ander EU-land (zonder België) ongeveer even sterker vertegenwoordigd als buitenlanders van niet-EU-landen. Uitzondering vormen de migraties van het Waalse naar het Vlaamse Gewest, met opvallend meer niet-EU-burgers (28%) dan EU-burgers (10%).

Overwegend positieve saldi voor interne migratie in Vlaamse gemeenten

De ruime meerderheid van de gemeenten van het Vlaamse Gewest (8 op de 10) lieten in de periode 2021-2023 een positief saldo voor de interne migratie optekenen. Dat betekent dat er meer interne immigraties waren dan emigraties.

Hoge positieve saldi in verhouding tot de bevolkingsomvang (+10 of meer per 1.000 inwoners) waren er in enkele randgemeenten van Gent (Nazareth, Lievegem en Evergem), in een aantal gemeenten in het zuiden van Oost-Vlaanderen (Haaltert, Lierde, Zottegem en Erpe-Mere), in de ruime Vlaamse rand rond Brussel (Gooik, Pepingen, Halle en Wemmel) en een aantal gemeenten op de grens tussen (het oosten van) de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant (Putte, Heist-op-den-Berg, Tremelo en Rotselaar). Tot slot vallen Jabbeke (+16 per 1.000 inwoners) en Tielt-Winge (+19) op als uitschieters. Naar die gemeenten verhuisden dus veel meer inwoners dan dat eruit wegtrokken.

Hoge negatieve saldi (-5 per 1.000 inwoners of nog meer negatief) waren er in de steden Antwerpen, Gent, Mechelen en Leuven, alsook in een aantal gemeenten verspreid over Vlaanderen (Lint, Arendonk, Spiere-Helkijn, Hamont-Achel, Houthalen-Helchteren en Zuienkerke). Uit die gemeenten trokken duidelijk meer inwoners weg dan dat er nieuwe naar verhuisden.