Gedaan met laden. U bevindt zich op: Mogelijke sancties voor woonactor na controle Toezicht: informatie voor woonactoren

Mogelijke sancties voor woonactor na controle

De toezichthouder kan verschillende acties ondernemen of sancties opleggen aan de sociale woonactor.

Beslissing schorsen en/of vernietigen

De toezichthouder kan beslissingen die hij in strijd acht met de wetten, decreten, statuten of het algemeen belang schorsen of vernietigen. Een beslissing kan geschorst of vernietigd worden met een aangetekende brief, door afgifte tegen ontvangstbewijs of onmiddellijk op de vergadering (waar de beslissing genomen werd). In dat laatste geval wordt de mondelinge beslissing tot schorsing of vernietiging binnen de 2 werkdagen met een aangetekende brief bevestigd aan het betrokken beheersorgaan.

  • De toezichthouder kan een beslissing schorsen binnen 2 werkdagen te rekenen vanaf de dag na de kennisname door de toezichthouder.
  • Een schorsing is in feite geen sanctie maar eerder een bewarende maatregel in afwachting van bijkomende informatie in geval van twijfel over de rechtsgeldigheid en/of behoorlijkheid van een beslissing. Een toezichthouder kan zijn schorsing ook steeds intrekken en geeft daarvan kennis aan de betrokken instantie.
  • Als de toezichthouder de nodige informatie tijdig kan krijgen zonder zijn mogelijkheid tot vernietiging te verliezen, moet hij niet noodzakelijk overgaan tot formele schorsing.
  • Bij schorsing wordt de betrokken beslissing opnieuw uitvoerbaar als de toezichthouder niet binnen 20 kalenderdagen de vernietiging van de beslissing heeft uitgesproken.
  • Als er geen schorsing is uitgesproken, beschikt de toezichthouder wel over 4 werkdagen om te vernietigen. De voormelde termijnen lopen vanaf de dag die volgt op de dag waarop de toezichthouder op de hoogte is van de beslissing.

Een schorsing of vernietiging wegens een inbreuk op het algemeen belang kan alleen als de beslissing manifest onverenigbaar is met de goede werking van de betrokken actor of als de impact van die beslissing resulteert in een negatief beeld voor die actor.

Elke beslissing van de toezichthouder tot schorsing of vernietiging vermeldt de geschonden regels, een toelichting over de schending van de regels of, in voorkomend geval, een motivering over de wijze waarop het algemeen belang is geschonden. Als die vermeldingen ontbreken, is de beslissing niet geldig.

De betrokken woonactor kan, met een aangetekende brief of brief tegen ontvangstbewijs aan de minister, binnen 30 kalenderdagen een gemotiveerd beroep instellen tegen de vernietiging. Dat beroep is in te dienen bij de afdeling Woonbeleid van Wonen in Vlaanderen: Wonen in Vlaanderen, afdeling Woonbeleid, Koning Albert II laan 15 bus 253, 1210 Brussel, België.

De Vlaamse Regering moet binnen 45 dagen vanaf de betekening van het beroep een uitspraak doen. De vernietiging is definitief als binnen 30 dagen geen beroep is ingesteld, bij een negatieve uitspraak over het beroep of bij gebrek aan een uitspraak binnen de gestelde termijn.
Naast het indienen van een beroep kan de actor ook altijd zelf een nieuwe beslissing nemen.

Een geschorste of vernietigde beslissing mag niet worden uitgevoerd. Het uitvoeren van een geschorste of vernietigde beslissing is een ernstige inbreuk die leidt tot een substantiële administratieve geldboete.

Indeplaatsstelling

Als een beslissing definitief werd vernietigd, kan de toezichthouder bepalen waarover het beheersorgaan van de sociale woonactor een beslissing moet nemen die ze hem ter goedkeuring moet voorleggen. Hij bepaalt daarbij tevens de termijn waarbinnen het beheersorgaan die beslissing moet nemen.

Als er binnen de gestelde termijn geen beslissing is, of als de toezichthouder de genomen beslissing niet goedkeurt, dan kan die, na kennisgeving aan de Vlaamse Regering, de plaats innemen van het beheersorgaan. Hij kan daarvoor een beroep doen op externe bijstand.

Als de toezichthouder de plaats van een beheersorgaan inneemt valt de uitvoering van de door hem genomen beslissing ten laste van de gemachtigden van het betrokken beheersorgaan binnen de door de toezichthouder vooropgestelde termijn. Bij gebrek aan uitvoering of bij een foutieve uitvoering, kan de toezichthouder de genomen beslissing zelf uitvoeren.

Ingebrekestelling

De toezichthouder kan aan de sociale woonorganisaties een administratieve geldboete opleggen als ze, na een schriftelijke ingebrekestelling:

  • een overtreding handhaven van de bepalingen van de Vlaamse Codex Wonen of van haar uitvoeringsbesluiten met betrekking tot de voorwaarden om erkend te kunnen worden en te blijven
  • een overtreding plegen tegen dezelfde reglementaire bepalingen als vermeld in de ingebrekestelling
  • een beslissing uitvoeren die geschorst of vernietigd werd.

Binnen de dertig dagen na kennisname van de ingebrekestelling, kan de woonactor aangetekend een verweerschrift indienen bij de toezichthouder op het adres van de afdeling Toezicht.

​​​​​​Een intern comité oordeelt over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van het verweerschrift.
Bij een onontvankelijk verweerschrift volgt geen uitspraak over de gegrondheid.

Administratieve geldboete

Als er geen gegrond verweer is en

  • de overtreding, vermeld in de ingebrekestelling, blijft gehandhaafd of
  • een geschorste of vernietigde beslissing wordt toch uitgevoerd

kan de toezichthouder een administratieve geldboete opleggen, binnen een vervaltermijn van drie maanden die volgen op de datum van de ingebrekestelling.

Die termijn geldt niet bij een overtreding tegen dezelfde reglementaire bepalingen als vermeld in de ingebrekestelling.

De boete kan oplopen tot 50.000 euro.

Het interne comité (zie ‘Ingebrekestelling’) adviseert de toezichthouder over het opleggen en het bedrag van de administratieve boete.

Het bedrag van de administratieve geldboete houdt onder andere rekening met:
1° de ernst van de inbreuk;
2° eventuele soortgelijke precedenten;
3° verzachtende omstandigheden;
4° de voortdurende of tijdelijke, volledige of gedeeltelijke onmogelijkheid om aan de verplichtingen te voldoen.

De vaststelling van het bedrag van een administratieve geldboete wegens een overtreding tegen dezelfde reglementaire bepalingen als vermeld in de ingebrekestelling, houdt ook rekening met de tijd tussen de ingebrekestelling en de vastgestelde overtreding en mogelijk gewijzigde omstandigheden na de ingebrekestelling.

De actor ontvangt de beslissing van de administratieve geldboete per aangetekende brief.

Hij kan beroep aantekenen tegen die beslissing binnen een termijn van 60 dagen na kennisneming ervan, bij de Raad van State (Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel).

Administratieve maatregel

De toezichthouder kan een administratieve maatregel opleggen aan een verhuurder (of een huurder - zie sanctionering van huurders door toezichthouders) die de voorwaarden uit boek 6 van de Vlaamse Codex Wonen of overeenkomstig dat boek niet naleeft of die zijn verplichtingen niet nakomt.

Die administratieve maatregelen kunnen enkel dienen om de inbreuk te beëindigen, de gevolgen ervan geheel of gedeeltelijk ongedaan te maken of herhaling ervan te voorkomen.

De actor wordt van de administratieve maatregel op de hoogte gebracht per aangetekende brief met ontvangstbewijs.

Hij kan tegen die beslissing beroep aantekenen binnen een termijn van 60 dagen na kennisneming ervan, bij de Raad van State (Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel).

Voorstellen tot sanctionering aan minister en/of Vlaamse Regering

De toezichthouders kunnen de bevoegde minister en/of de Vlaamse Regering verzoeken om onderstaande sancties op te leggen aan de sociale woonactoren:

  • De toezichthouder kan de Vlaamse Regering verzoeken sancties op te leggen aan een woonmaatschappij die haar opdrachten niet behoorlijk uitvoert, haar verbintenissen niet nakomt of waarvan de werking in gebreke blijft. Mogelijke sancties zijn
    • de eerstvolgende prestatiebeoordeling, conform de door de Vlaamse Regering vastgestelde procedure voor de beoordeling van de prestaties van woonmaatschappijen, vervroegen;
    • verplichten om een beroep te doen op externe bijstand;
    • aanstellen van een bestuurder die geheel of gedeeltelijk in de plaats treedt van het bestuursorgaan van de woonmaatschappij;
    • de activiteiten van de woonschappij tijdelijk uitbesteden;
    • verplichten tot samenwerking met een andere woonmaatschappij;
    • opschorten van de projectfinanciering voor toekomstige nieuwbouwprojecten, als niet voldaan is aan de erkenningsvoorwaarde op basis waarvan men 1.000 woningen moet in beheer hebben in het patrimonium van de woonmaatschappij;
    • verplichten tot fusie met een andere woonmaatschappij;
    • intrekken van de erkenning van de woonmaatschappij.
  • De toezichthouder kan de Vlaamse Regering verzoeken de erkenning van een huurdersbond in te trekken.
  • De toezichthouder kan de bevoegde minister (gemotiveerd) adviseren de uitbetaling van de subsidie aan de samenwerkings- en overlegstructuur (VHP) gedeeltelijk of helemaal stop te zetten en de erkenning in te trekken.