Gedaan met laden. U bevindt zich op: Toegangsrecht Opening en onderzoek van de offertes

Toegangsrecht

Wanneer bent u verplicht een inschrijver uit te sluiten?

= artikel 67 van de wet en artikel 61 van het KB plaatsing van 18 april 2017

U weigert verplicht de toegang tot de opdracht als de inschrijver werd veroordeeld voor:

  • deelname aan een criminele organisatie
  • omkoping
  • fraude
  • terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten, uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit
  • witwassen van geld en financiering van terrorisme
  • kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel
  • het tewerkstellen van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen.

Opgelet: dit kan alleen bij een definitieve rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan. Kracht van gewijsde betekent dat de beslissing niet meer in verzet of hoger beroep bestreden kan worden. De uitsluiting geldt tot vijf jaar na de veroordeling.

Een veroordeling is niet nodig wanneer het gaat om het tewerkstellen van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. In dat geval is de vaststelling door een administratieve of rechterlijke beslissing voldoende, bvb. via kennisgeving door de arbeidsinspectie.

Bij opdrachten boven de Europese drempel, gelden de uitsluitingsgronden ook voor de leden van een bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de inschrijver.

Wanneer kunt u een inschrijver uitsluiten?

= artikel 69 van de wet overheidsopdrachten van 17 juni 2016

U kunt een inschrijver om de volgende redenen uitsluiten, als:

  • hij de verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht, niet is nagekomen (artikel 7 van de wet overheidsopdrachten).
  • hij in (een aanloopprocedure naar) een faillissement, vereffening of gerechtelijke reorganisatie zit.
  • hij een ernstige fout bij zijn beroepsuitoefening heeft begaan.
  • hij aan concurrentievervalsing heeft gedaan (artikel 5, lid 2 van de wet overheidsopdrachten).
  • er zich een belangenconflict (artikel 6 van de wet overheidsopdrachten) voordoet dat u niet kan verhelpen met minder ingrijpende maatregelen
  • hij betrokken was bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure en dit leidt tot concurrentievervalsing (artikel 52 van de wet overheidsopdrachten) die u niet op een minder ingrijpende manier kan verhelpen.
  • er zich aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen hebben voorgedaan bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties.
  • hij in ernstige mate valse verklaringen over toegangsrecht en kwalitatieve selectie heeft afgelegd.
  • hij heeft geprobeerd uw besluitvormingsproces onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen kan bezorgen of om misleidende informatie te geven.

De uitsluiting is hierbij niet verplicht, maar er bestaat wel een quasi-verplichting. Een overheid is namelijk gebonden door de beginselen van behoorlijk bestuur. U kunt zich hierdoor niet inlaten met een inschrijver die zich in een uitsluitingsgeval bevindt. De uitsluiting geldt voor drie jaar vanaf de datum van de gebeurtenis of de beëindiging van de inbreuk.

Corrigerende maatregelen

= artikel 70 van de wet overheidsopdrachten van 17 juni 2016

Als een inschrijver zich in een verplichte of facultatieve uitsluitingsgrond bevindt, kan hij corrigerende maatregelen inroepen. Dit zijn maatregelen die de inschrijver heeft genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen. Voor verplichte uitsluitingsgronden moet de inschrijver dit op eigen initiatief voorleggen, voor facultatieve uitsluitingsgronden niet.

U beoordeelt de genomen maatregelen, rekening houdend met de ernst en de omstandigheden waarin de begane misdrijven of fouten werden begaan. U motiveert uw beslissing en brengt de inschrijver hiervan op de hoogte.

Sociale en fiscale schulden

= artikel 68 van de wet overheidsopdrachten van 17 juni 2016 en artikel 62 en 63 van het KB plaatsing van 18 april 2017

U moet inschrijvers verplicht uitsluiten wanneer ze sociale of fiscale schulden hebben, uitgezonderd in volgende gevallen:

  • Zijn sociale of fiscale schulden bedragen niet meer dan 3.000 euro.
  • Zijn sociale of fiscale schulden bedragen meer dan 3.000 euro, maar
    hij leeft de verkregen betalingsspreiding strikt na;
    OF
    hij kan bewijzen dat hij zelf schuldeiser is van overheden voor een gelijkwaardig bedrag (op de vermelde 3.000 euro na). Dit geldt alleen als zijn schuldvordering zeker en opeisbaar is en vrij van elke verplichting tegenover derden is (de schuld die hij opeist, mag niet beslagen, overgedragen of in pand gegeven zijn).