Gedaan met laden. U bevindt zich op: Minder terreur, meer schadelijke polarisatie Nieuwsberichten van Radicalisering en Polarisatie

Minder terreur, meer schadelijke polarisatie

Nieuwsbericht
25 maart 2019

Sinds de Vlaamse Regering een actieplan opstelde om geweld door radicalisering te vermijden, veranderde er heel veel. De Islamitische Staat (IS) lijkt zo goed als verslagen en de aanslagen in Parijs en Brussel liggen niet meer zo vers in het geheugen. Ondertussen zitten we aan het zesde evaluatierapport van het actieplan. Een goed moment om enkele vragen af te vuren op Maarten De Waele, expert radicalisering en polarisering van VSSG. Wat is de stand van zaken en waar mogen we ons de komende jaren nog aan verwachten?

Sinds de Vlaamse Regering een actieplan opstelde om geweld door radicalisering te vermijden, veranderde er heel veel. De Islamitische Staat (IS) lijkt zo goed als verslagen en de aanslagen in Parijs en Brussel liggen niet meer zo vers in het geheugen. Ondertussen zitten we aan het zesde evaluatierapport van het actieplan. Een goed moment om enkele vragen af te vuren op Maarten De Waele, expert radicalisering en polarisering van VSSG. Wat is de stand van zaken en waar mogen we ons de komende jaren nog aan verwachten?

Kort na de aanslagen van 22 maart 2016 brachten we de BinnenBand over de preventie van gewelddadige radicalisering uit. Toen was dat een hot item. Nu is het dat veel minder. Een goede evolutie of een teken van gewenning? Maarten De Waele: “De terreurdreiging is gaan liggen. De cijfers van het Orgaan voor de Coördinatie van de Analyse van de Dreiging (OCAD) bewijzen dat ook. Daarom daalde het dreigingsniveau geleidelijk aan van vier naar twee. In 2016 moesten we vooral voorkomen dat moslimstrijders vertrokken naar Syrië of Irak. Nu moeten we ons vooral richten op terugkeerders: zowel de gevangengenomen IS-strijders als de geradicaliseerde personen die hier vrijkomen. Hoe helpen we hen en hun familie? Hoe gaan we om met de nalatenschap van een oorlog, die nog niet helemaal voorbij is. Vooral voor kleine gemeenten blijft dat een grote uitdaging.”

Maar in het algemeen gaat het de goede kant op, niet? De Waele: “Als je het over het zogenaamd ‘moslimradicalisme’ hebt, ja. Ondertussen zien we dat de toon ook bij ons verscherpt. In Vlaanderen neemt de polarisering toe. Het wordt een wij en zij verhaal. De Pano-reportage over Schild en Vriend bracht dat mooi in beeld. Meer gemeenten vangen nu signalen op van polarisering tussen jong en oud, autochtonen en nieuwe Belgen of langs etnisch-culturele en sociaal-economische breuklijnen. Komt dat omdat we nu meer aandacht besteden aan die problematiek? Of omdat onze detectiesystemen beter werken dan vroeger? Of neemt het extremisme effectief toe in onze maatschappij? Op die vragen kan ik je nog geen wetenschappelijk antwoord geven. Maar als je enkel op sociale media zou afgaan, kan je concluderen dat de toon verscherpt.”

Over vertrekkers horen we niets meer. Bewijst dat niet dat preventie werkt of dat het detectieapparaat op punt staat? De Waele: “Op lokaal niveau werken de preventieve maatregelen goed. De laatste IS-vertrekkers verlieten het land in 2017. Veel jongeren slaagden er ook niet in om in Syrië of Irak te geraken omdat onze veiligheidsdiensten tussen beide kwamen. Onze detectiesystemen staan beter op punt en de internationale gegevensuitwisseling verloopt veel vlotter dan in 2016. Daarvoor verdienen de veiligheidsdiensten een pluim. Jammer genoeg leidt het verscherpte maatschappelijke toezicht ook tot de stigmatisering van gemeenschappen en schept het een voedingsbodem voor extreemrechts gedachtengoed.”

Radicaliseren jongeren nog steeds? De Waele: “Ik mag hopen van wel, in positieve zin dan. De term is nu zwaar beladen, maar we mogen niet vergeten dat de vooruitgang in onze samenleving vaak te danken is aan radicale actiegroepen. Denk maar aan de klimaatjongeren. Ongeacht of je nu voor of tegen bent, zij zetten op een democratische manier nieuwe thema’s op de agenda.”

Wat is er beleidsmatig veranderd sinds 2016. De Waele: “Op het eerste zicht niet zo heel veel. Het Vlaams Platform Radicalisering komt nog steeds maandelijks samen. Ondanks de gedaalde dreiging heeft dat overlegplatform geen gebrek aan agendapunten. Dat komt omdat we onze actieradius verruimden. We spreken nu ook van het actieplan 2.0 dat geweld door radicalisering en polarisering moet voorkomen. Die laatste term voegden we eraan toe door de veranderde internationale context. Polarisering treedt nu meer op de voorgrond door onder andere de mislukte coup in Turkije, de verkiezing van Donald Trump in de Verenigde Staten of het hele Brexitverhaal. Het actieplan 2.0 bevat nu nieuwe projecten rond – hoe kan het ook anders – polarisering.”

“In Vlaanderen neemt de polarisering toe. Het wordt een wij en zij verhaal.”
MDW

Maarten De Waele

Expert radicalisering en polarisering van VSSG

Kan je daar enkele voorbeelden van geven? De Waele: “Omdat we merken dat lokale besturen zoekende zijn, bieden we hen handvaten om gepast te reageren. Zo organiseren we in samenwerking met ABB en Kazerne Dossin, vormingssessies over hoe je met polarisering moet omgaan. Ook vorig jaar deden we iets gelijkaardigs. Toen gingen we dieper in op de radixtool, die de stad Antwerpen ontwikkelde. Dat is een screeningsinstrument waar Lokale Integrale Veiligheidscellen (LIVC) handig gebruik van maken, want het brengt zowel de sterktes als de probleemgebieden (bijvoorbeeld school, werk, sportclub, familie, …) van een persoon in beeld. Zo weet je ten minste waarop je moet investeren om een individu uit de radicaliteit of polarisering te trekken. Nog een verschil ten aanzien van vroeger: de provinciale netwerken. We brengen alle actoren in kaart en zetten hen bijeen. Daardoor worden de provinciale netwerken heel divers. Je vindt er vertegenwoordigers uit de geestelijke gezondheidszorg, de CLB’s, CAW’s, lokale politie, … Ten slotte verwijs ik graag naar de projecten maatschappelijke tegengeluiden. ABB subsidieert elf middenveldorganisaties die alternatieve verhalen brengen op een creatieve manier. Eén voorbeeld daarvan is het posten van filmpjes op YouTube waarin ze koranverzen eenvoudig uitleggen en in hun juiste context plaatsen.”

Is dat laatste niet een beetje dubbel? De Waele: “Ja, het houdt het gevaar in dat je de polarisering nog meer voedt. Met feiten en cijfers weerleg je geen polariserend discours. Maar op lokaal niveau kan je tegengeluiden wel inzetten om het debat op gang te brengen. In Roeselare, Izegem en Hooglede bijvoorbeeld maken schoolkinderen de strip ‘Helden en schurken’ om onderwerpen als stereotypering, etikettering, diversiteit en pesten bespreekbaar te maken. In dit project speelt de omgang met nieuws en verhalen ook een grote rol.”

Hoe evalueer je de actiepunten? Wat kan nog beter? De Waele: “Ik heb gemengde gevoelens. Ik zie heel veel positieve dingen zoals bijvoorbeeld de gedrevenheid van onder meer het Netwerk Islamexperten onder leiding van Khalid Benhaddou om duiding te geven in scholen over de rol van de islam. Veel gevoelige thema’s kunnen we nu in alle openheid bespreken met de juiste actoren en ook het vertrouwen tussen de veiligheidsdiensten en de sociale actoren neemt toe. Dat zijn allemaal stappen in de richting van meer geïntegreerd werken. Maar het is jammer dat we een aantal topics onder de noemer radicalisering aankaarten terwijl we die topics eerder zouden moeten aanpakken binnen een breder diversiteitsbeleid. ”

Hoe zit het met de LIVC? De Waele: “In 2016 stond dat nog in zijn kinderschoenen. Ondertussen beschikken vier op de vijf gemeenten over een LIVC. Kleinere gemeenten organiseren de LIVC vaak op politiezoneniveau. Maar je ziet ook andere vormen van intergemeentelijke samenwerkingen opduiken. De vorm is uiteindelijk bijzaak, zolang er samengewerkt wordt.”

Hebben die nog veel werk nu de dreiging afneemt? De Waele: “Het aantal casussen neemt af, maar het werk blijft stabiel. Ze denken nu na over de strategie, nieuwe acties of vormingsactiviteiten. Een voorbeeld. Tijdens de laatste bijeenkomst gingen sommige LIVC’s uitgebreid in op de begrippen ‘overlast’ en ‘spijbelen’. Het toont aan dat er ook voor andere samenlevingsvraagstukken nood is aan een integrale werking en blijvende lokale ondersteuning.”

In 2016 waren veel steden en gemeenten nog zoekende. Vullen ze ondertussen hun regierol goed in? De Waele: “Absoluut. We zitten nu hoofdzakelijk in de curatieve fase. Steden en gemeenten zetten zich volop in om de geradicaliseerde gedetineerden te reïntegreren in de maatschappij of om teruggekeerde en getraumatiseerde kinderen te begeleiden. Maar niet elke gemeente kan zich op dezelfde manier wapenen. De beperkte schaalgrootte speelt de kleine gemeenten parten. Vandaar ons pleidooi om meer samen te werken en expertise uit te wisselen. Dit vergt ook blijvende aandacht.” ●