Gedaan met laden. U bevindt zich op: Nuttige insecten in de land- en tuinbouw

Nuttige insecten in de land- en tuinbouw

Veel insecten hebben een positieve impact op de gewassen die land- en tuinbouwers kweken, en dus ook op hun winst. Alleen: omdat de telers niet genoeg weten over nuttige insecten passen ze duurzame gewasbescherming niet toe zoals het hoort. Het West-Vlaamse onderzoekscentrum voor de landbouw Inagro besloot om materialen te ontwikkelen om die kennis over nuttige insecten op peil te brengen.  

Het doel

Welke insecten zijn nuttig voor mijn gewassen? Hoe kan ik ze herkennen? Welke effecten hebben ze op mijn teelt? Het zijn vragen die land- en tuinbouwers zich nog te weinig stellen omdat ze de insectenwereld niet kennen. Daarom ontwikkelde Inagro educatief materiaal op maat van de boer. Het doel? Hen vertrouwd maken met de nuttige insecten die op hun gewassen leven en hen meer vertrouwen geven in geïntegreerde gewasbescherming (IPM). Het project liep van juni 2018 tot mei 2020.

Het project

Inagro zorgde voor:

  • een toolbox over nuttige insecten voor hop, prei, kolen en courgette met fiches over de nuttig insecten, infoboekjes over de teelt van de gewassen, materialen om de insecten te verzamelen en voorbeelden van de nuttige insecten zelf

  • lesmateriaal voor de informatiesessies

  • de opname van alle informatie en infoboekjes in de gewasbeschermingsapp van Inagro, met informatie over de neveneffecten van gewasbeschermingsmiddelen op nuttige insecten

  • een infopaneel om aan percelen te zetten wanneer er rondleidingen zijn

  • bezoeken aan proefvelden voor prei en courgette, en infoavonden over hop.

Het Nationaal Agrarisch Centrum neemt het materiaal ook op in zijn opleidingen die land- en tuinbouwers moeten volgen om een fytolicentie te behalen, een certificaat dat hen toelaat om gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen te kopen en toe te passen.

Geleerde lessen: informatie en opleidingen over nuttige insecten blijven nodig

Veel telers weten niet welke insecten nuttig zijn voor hun gewassen en welke positieve impact ze hebben. Dat is een grote drempel die hen weerhoudt om IPM ook effectief toe te passen. Daardoor staan ze ook sceptisch tegenover de richtlijnen die hen zeggen wanneer ze IPM wel en niet mogen gebruiken. Dankzij meer kennis over nuttige insecten zullen ze IPM beginnen te gebruiken en de richtlijnen beter opvolgen.