Planschadevergoeding

Planschade is de schade die de eigenaar van een bebouwbare grond ondervindt als zijn grond door een bestemmingswijziging niet meer bebouwbaar of verkavelbaar is.

Afhankelijk van de datum waarop het RUP voorlopig is vastgesteld, gelden er verschillende regels. De oude planschaderegeling blijft immers van toepassing op de RUP’s die voorlopig vastgesteld werden vóór 15 april 2024.

Een compenserende vergoeding planschade wordt niet automatisch toegekend. De aanvraagprocedure verschilt naargelang de datum waarop het RUP is vastgesteld:

• RUP vóór 15 april 2024: Als u als eigenaar meent recht te hebben op deze vergoeding, dan dient u een planschadevordering in bij de rechtbank van eerste aanleg. U doet dit uiterlijk één jaar na het ontstaan van het recht op de planschadevergoeding.
• RUP vanaf 15 april 2024: Als u als eigenaar meent recht te hebben op deze vergoeding, dan dient u een aanvraag in bij de overheid die het RUP heeft opgemaakt. U doet dit uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van het RUP. Deze termijn is in welbepaalde gevallen verlengbaar.

De planschadevergoeding wordt berekend op de waardevermindering van de grond als gevolg van de bestemmingswijziging.

Er geldt een aantal uitzonderingen waarin geen planschade verschuldigd is. Zo is er geen recht op een planschadevergoeding in de volgende gevallen:

• bij een bouwverbod dat voortvloeit uit een onteigeningsbeslissing
• als de waardevermindering minder dan 20% bedraagt van de waarde van het perceel (bij RUP vóór 15 april 2024)
• bij een verbod om een grotere oppervlakte van een perceel te bebouwen dan het ruimtelijk uitvoeringsplan toestaat, of om bij een verkaveling de door het plan bepaalde bebouwingsdichtheid te overschrijden (bij RUP vanaf 15 april 2024))

Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening