Gedaan met laden. U bevindt zich op: PFAS-luchtmetingen in Ronse PFAS-vervuiling

PFAS-luchtmetingen in Ronse

In Ronse is de PFAS-verontreiniging in de bodem en het water al vastgesteld. De verontreiniging situeert zich vooral rond de Molenbeek en de daar gevestigde textielnijverheid. In juli 2024 is de VITO, in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij, gestart met het meten van PFAS in depositie (nl. de hoeveelheid PFAS die neervalt in de omgeving) op vijf meetlocaties in Ronse. Op deze pagina vindt u onder andere informatie over waar en wat we juist meten, de meetresultaten en de acties die de overheid neemt.

In juli 2024 is er een meetcampagne van vier maanden gestart waarbij PFAS in depositie gemeten werd op 5 meetlocaties in Ronse. Daarbij werden de depositiestalen om de 28 dagen opgehaald en geanalyseerd. Vanwege de relatief korte meetduur van de campagne geven de vaststellingen ons louter een indicatie van de toestand in Ronse.

PFAS-luchtmeetnet in Ronse

Wat stellen we vast?

In juli werden op twee van de vijf locaties (RS05 en RS06) deposities van PFBA gemeten die sterk verhoogd waren ten opzichte van de landelijke achtergrond in Dessel (N016). In de daaropvolgende meetperioden zijn deze PFBA-depositiepieken teruggevallen naar waarden die weinig verhoogd zijn ten opzichte van de gemiddelde landelijke achtergrondwaarde (zie ‘Het tijdverloop’).

Naast PFBA dient er ook gekeken te worden naar de EFSA4 (PFOS, PFOA, PFNA en PFHxS). Daaruit blijkt dat, voor alle meetlocaties, de gemiddelde depositieflux van de EFSA4 lager of in dezelfde grootteorde ligt als de gemiddelde landelijke achtergrondwaarde (zie ‘De gemiddelden’).

Als we kijken naar de som PFAS, zien we dat de gemiddelde depositie in Ronse gelijkaardig is aan die van de industriële achtergrond in de Haven van Antwerpen. Wanneer we de depositiepieken van PFBA echter niet in rekening brengen, ligt de gemiddelde depositie van de som PFAS in dezelfde lijn met die van de (voor)stedelijke achtergrondlocatie(s) (zie ‘Verhouding tot andere Vlaamse typegebieden’).

Het PFAS-depositieprofiel in Ronse verschilt sterk van ander typegebieden. Zo bestaat meer dan 95% van de PFAS-depositie in Ronse uit PFCAs (perfluorcarbonzuren). Daarbij zijn PFBA, PFPeA, PFHxA en PFHpA het meest voorkomend. Deze verbindingen kunnen direct gelinkt worden aan de textielnijverheid. Ook andere bronnen kunnen hiertoe bijdragen. Zo vinden we PFBA, en in mindere mate PFHxA, terug in gans Vlaanderen in zowel lucht, bodem als (grond)water.

Wat betekenen de resultaten?

Tot dusver gaat het hier over een eenmalige hoge depositieflux van PFBA waarvan de oorzaak (nog) niet gekend is. Normaal toetsen we de jaargemiddelde PFAS in lucht af aan een toetsingswaarde. Het normenkader voor atmosferische depositie is echter nog in ontwikkeling. Tevens zou de beperkte set aan metingen niet zomaar doorgetrokken kunnen worden naar een jaargemiddelde. Het is dus nog te vroeg om uitspraken te doen over de impact op de gezondheid en de leefomgeving. Eenmalige hoge meetwaarden betekenen niet dat er een onmiddellijk gevaar is voor de gezondheid. Ze zijn wel een duidelijk signaal om de vinger aan de pols te houden en verder onderzoek uit te voeren.

Wat nu?

De VMM volgt, samen met de experten van OVAM, Departement Zorg, afdeling Handhaving van Departement Omgeving, de PFAS-coördinator, het gemeentebestuur van Ronse en de betrokken textielbedrijven, de situatie nauwgezet op.

Vanuit de overheid loopt er reeds een initiatief waarbij aan de textielbedrijven in de buurt wordt opgelegd een deskundige te laten inschakelen om na te gaan of er mogelijke uitstoot is van PFAS naar de lucht. Naast de omgevingsmetingen van de VMM, voert afdeling Handhaving van het departement Omgeving ook gerichte emissiemetingen uit bij potentiële bronnen van PFAS, zo ook in Ronse.

De omgevingsmetingen in Ronse worden verdergezet in 2025 om, samen met de informatie die we verkrijgen uit het onderzoek van de individuele bedrijven, onderbouwde uitspraken te vormen over de impact van de metingen en de mogelijke bronnen. Meer meetresultaten kunnen meer inzicht geven over de impact op bodem en het grondwater, en hoe frequent die hogere waarden voorkomen. Op basis van de analyse kunnen ook bijkomende maatregelen opgelegd worden aan de bedrijven.