Gedaan met laden. U bevindt zich op: Structuur van het voltijds gewoon secundair onderwijs

Structuur van het voltijds gewoon secundair onderwijs

Het secundair onderwijs bestaat uit 3 graden. De 1ste graad is oriënterend, in de 2de en 3de graad maken leerlingen een keuze voor een studierichting binnen een studiedomein, finaliteit en onderwijsvorm.

Leerlingen die op het einde van het lager onderwijs het getuigschrift basisonderwijs behaalden, starten in het 1ste leerjaar A van het secundair onderwijs.

Leerlingen die het getuigschrift niet behaalden, volgen het 1ste leerjaar B.

Een leerling met een getuigschrift basisonderwijs kan toch naar het 1ste leerjaar B als er een gunstige beslissing van de klassenraad is. De klassenraad vraagt bij voorkeur het advies van het CLB van de lagere school.

De 2de graad bestaat uit het 3de en het 4de leerjaar. De 3de graad omvat het 5de en 6de leerjaar, en het 7de leerjaar.

Vanaf de 2de graad kiezen leerlingen voor een studierichting die het beste aansluit bij hun interesses en mogelijkheden.

Elke studierichting heeft een specifieke finaliteit of doel.

De finaliteit bepaalt wat een leerling na het secundair onderwijs kan doen: gaan werken of verder studeren.

Er zijn 3 finaliteiten. Aan elke finaliteit zijn 1 of meerdere onderwijsvormen gekoppeld.

Duaal of niet-duaal

De studierichtingen met arbeidsmarktfinaliteit kunnen duaal of niet-duaal aangeboden worden. Dat is ook zo voor een aantal studierichtingen in de dubbele finaliteit, maar pas vanaf de 3de graad.

Meer over duaal leren in het secundair onderwijs.

Er zijn 4 onderwijsvormen
  • Algemeen secundair onderwijs (aso):
    • De nadruk ligt op een ruime theoretische vorming.
    • De leerlingen krijgen een stevige basis om hoger onderwijs te volgen.
  • Beroepssecundair onderwijs (bso):

    • De nadruk ligt op een praktische vorming.
    • De leerlingen leren een beroep aan en krijgen ook een algemene vorming.
  • Kunstsecundair onderwijs (kso):

    • De leerlingen krijgen een algemene, ruime vorming naast kunstvakken.
    • Ze gaan zelf kunstprojecten uitwerken.
    • Na hun opleiding kunnen ze een beroep uitoefenen of overstappen naar het hoger onderwijs.
  • Technisch secundair onderwijs (tso):

    • De aandacht gaat naar algemene en technisch-theoretische vakken.
    • Na hun opleiding kunnen de leerlingen een beroep uitoefenen of verder studeren in het hoger onderwijs.
    • Bij de opleiding horen ook praktijklessen.
Er zijn 8 studiedomeinen
  • Economie en organisatie
  • Kunst en creatie
  • Land- en tuinbouw
  • Maatschappij en welzijn
  • Sport
  • Stem
  • Taal en cultuur
  • Voeding en horeca

De studierichtingen uit het bso, kso en tso behoren tot 1 van die 8 studiedomeinen: ze zijn domeingebonden. De studierichtingen uit het aso behoren niet tot een studiedomein: ze zijn domeinoverschrijdend.

Overzicht van de studierichtingen per finaliteit, onderwijsvorm en studiedomein(opent in nieuw venster).

Het is ook mogelijk om in de 3de graad nog een 3de jaar te volgen, het 7de leerjaar. Er zijn verschillende soorten 7de leerjaren.

Video 'Het secundair onderwijs'

Inhoud is aan het laden