Ontdek meer over de pompproeven in Zeebrugge
Het complex project Nieuwe Sluis Zeebrugge maakt de haven van Zeebrugge en de omgeving klaar voor de toekomst. Naast een nieuwe sluis op de Visartsite, komt ook de Nx in een nieuwe tunnel, die het doorgaand en havenverkeer scheidt van het plaatselijk verkeer. Ter voorbereiding op de werken voeren we in Zeebrugge een aantal pompproeven uit.
Waarom gebeuren pompproeven?
Met behulp van deze proeven bepalen we de doorlatendheid van de bodem en de verschillende grondlagen, ook op grote diepte. Dat is belangrijk om de meest aangewezen bouwmethodes voor de sluis en de tunnel te bepalen en de bemalingen te ontwerpen.
Doorlatendheid van de bodem leren kennen
De bodem bestaat uit verschillende grondlagen, zoals zand, klei of mengsels van meerdere materialen. Elke grondsoort heeft bepaalde eigenschappen, waardoor de ene laag meer of minder waterdoorlatend is dan de andere.
Zand laat water sneller door, omdat zanddeeltjes relatief groot zijn en de openingen tussen de deeltjes (= poriën) groter zijn.
Klei houdt water langer vast, omdat het bestaat uit hele kleine deeltjes die heel dicht op elkaar zitten.
Concreet gaan we:
- De invloed van grondwaterverlagingen op verschillende dieptes onderzoeken.
- De juiste bemalingsmethode bepalen door testen uit te voeren.
Om te garanderen dat alles veilig en vlot verloopt, meten we op voorhand en tijdens de pompproeven op regelmatige basis de grondwaterstanden en controleren we de zettingen in de omgeving.
Opstelling van de pompproeven
Waar voeren we de pompproeven uit?
We voeren op 2 locaties in Zeebrugge pompproeven uit:
- Het terrein ten noorden van de Lanceloot Blondeellaan, naast het terrein van Artes-Depret.
- Het terrein ten oosten van de Hulstraat, aan het kunstwerk Evoluzione Silenziose van Molinari.
Op deze locaties zie je telkens de verschillende onderdelen die nodig zijn om de pompproeven uit te voeren:
- 2 pompputten die op 2 verschillende dieptes water oppompen
- 2 retourputten die het water op 2 verschillende dieptes terug in de grond brengen
- Meerdere peilbuizen op 10m, 20m, 45m en 70m van de pompputten en retourputten, en met variërende dieptes
Hoe voeren we deze pompproeven uit?
Volgende stappen worden doorlopen bij het uitvoeren van de pompproeven:
We voeren boringen uit voor het plaatsen van de pompputten, retourputten en peilbuizen.
Daarin plaatsen we peilbuizen op vastgestelde dieptes. Het grondwater vult de buis via de openingen aan de onderkant. Wanneer het grondwaterpeil in de bodem verandert, stijgt of daalt ook het waterniveau in de buis. In de buis bevindt zich een sensor die het waterniveau in de buis meet. Zo meten we het variërende grondwaterpeil in de bodem.
- Via de pompputten halen we water omhoog uit de bodem. In de peilbuizen meten we de waterstand op verschillende afstanden van de pompput. Zo kunnen we zien hoe de waterstand verandert door het oppompen van het water.
- Bij sommige proeven injecteren we het water deels terug in de grond via de retourputten. Hieruit leren we hoeveel water terug in de grond gebracht kan worden per retourput en wat de invloed op het grondwaterpeil is. Tijdens het verpompen van het water voeren we ook testen uit. Zo worden bijvoorbeeld stalen genomen van het grondwater, om te kijken of hier geen vervuiling in zit.
- Aan de hand van de resultaten bepalen we de meest aangewezen bouwmethodes voor de sluis en de tunnel en bekomen we de informatie die nodig is voor het ontwerpen van eventuele bemalingen, waarbij we zettingen te allen tijde willen vermijden.