Gedaan met laden. U bevindt zich op: Beleid

Beleid

Er worden diverse initiatieven genomen om de omschakeling naar meer milieuvriendelijke voertuigen te bevorderen. Vaak kaderen die in de Europese richtlijn Clean power for transport, die eind 2014 werd gepubliceerd.

Actieplan

In Vlaanderen werd eind 2015 een actieplan goedgekeurd om de doorbraak van deze voertuigen te ondersteunen. De uitvoering daarvan is afgerond eind 2020. Een nieuwe actieplan werd ingebed in een globale visie op CPT. Deze visie werd midden 2021 goedgekeurd. Eind 2020 werd ook al een strategienota m.b.t. laadinfrastructuur voor de periode tot 2025 opgesteld.

Publicaties voor lokale besturen

Om steden en gemeenten te informeren over het huidige beleid rond oplaadpunten en de openbare dienstverplichting werden in 2016 een brochure en een gids opgemaakt. Ter voorbereiding van de Vlaamse concessie werd in 2022 een leidraad lokaal laden opgemaakt. De leidraad bundelt alle relevante en recente informatie over het laadpalenbeleid van de Vlaamse overheid voor de lokale besturen.

Maatregelen en projecten

In uitvoering van het vorige actieplan is:

  • er geen belasting op inverkeerstelling verschuldigd voor zero-emissie wagens,
  • er geen jaarlijkse verkeersbelasting verschuldigd voor zero-emissie wagens,
  • een basisinfrastructuur van ongeveer 5000 publieke laadpunten voor elektrische voertuigen uitgebouwd,
  • een groot aantal projecten opgezet om milieuvriendelijke voertuigen meer ingang te doen vinden,
  • een databank opgebouwd waarin alle laadpunten werden opgenomen.

Streefcijfers

De CPT-visie 2030 bevat een aantal concrete streefcijfers voor de marktaandelen van zero-emissie voertuigen in de toekomst.

2025

2030

Personenwagens

20%

50%

Bestelwagens

11%

30%

Bromfietsen

100%

100%

Vrachtwagens

0%

5%

Motorfietsen

20%

50%

Openbare bussen

50%

100%

Overige bussen

5%

10%

Om dit te ondersteunen is het in de periode tot 2025 de bedoeling om 30.000 extra laadequivalenten (CPE) uit te rollen, die per definitie publiek toegankelijk zijn.

Een laadpunt met een beperkt vermogen (3-11 kW) overeen met 1 CPE, bij een laadpunt met een hoger vermogen (22 kW) zijn dat 2 CPE, bij een AC-snellaadpunt (43 kW) zijn het er 4, bij een DC-snellaadpunt (50 kW tot minder dan 150 kW) tellen we er 5 en bij een ultrasnellaadpunt (150 kW en meer) 10. Dit geldt voor publieke laadpunten (24/7). Laadpunten, die minstens 10u per etmaal voor iedereen toegankelijk zijn, tellen voor de helft.
Indien er meerdere laadpunten aan één laadpaal zijn, telt het aantal CPE per punt enkel als er ruimte voorzien is om gelijktijdig te laden en daarbij ook de vooropgestelde vermogens worden gehaald (bv. een laadpaal met twee laadpunten van 11kW telt voor 2 CPE, een ultrasnellader met twee laadpunten van 150kW telt voor 20 CPE).