Gedaan met laden. U bevindt zich op: Realisatie op gronden en gebouwen van (semi-)publieke organisaties Geconventioneerde verhuur voor lokale besturen

Realisatie op gronden en gebouwen van (semi-)publieke organisaties

Private initiatiefnemers zullen ook gemengde woonprojecten (geconventioneerde en sociale huurwoningen) kunnen realiseren op gronden van lokale besturen, woonmaatschappijen en (semi-)publieke organisaties. De private initiatiefnemer zal – als hij voldoet aan de subsidievoorwaarden – een subsidie kunnen krijgen voor de verhuur van sociale en geconventioneerde huurwoningen.

Oproep gronden en gebouwen

Hiervoor lanceert de Vlaamse Regering een oproep naar deze verschillende bestuursniveaus met de vraag of zij hiervoor gronden of gebouwen willen aanreiken. Dit zal gebeuren via brief.

Lokale besturen en (semi)publieke organisaties kunnen continu gronden en gebouwen doorgeven en woonmaatschappijen kunnen gronden doorgeven via het online invulformulier ‘gronden geconventioneerde huur’(opent in nieuw venster). Dit betreft slechts een principiële beslissing tot deelname, in een latere fase bezorgt u ons een lastgeving waarmee u zich definitief verbindt tot deelname.

Nadien start Wonen in Vlaanderen een overheidsopdracht om private initiatiefnemers aan te stellen voor de realisatie van de gemengde woonprojecten op deze aangeboden gronden en panden.

Projectbureau

  1. Concurrentiegerichte dialoog

Wonen in Vlaanderen is op zoek naar één projectuitvoerder die instaat voor de financiering, het ontwerp, de bouw, het onderhoud en verhuur van deze gemengde woonprojecten. De opdrachtnemer kan zich hoofdzakelijk toeleggen op de financiering van de projecten, terwijl hij de uitvoering van de bouw en het ontwerp laat uitvoeren door één of meerdere aannemers waar hij als opdrachtnemer beroep op doet.

Er wordt gekozen voor de concurrentiegerichte dialoog om één opdrachtnemer te selecteren met wie

  • een overeenkomst gesloten wordt voor de verdere uitvoering van de projecten die samen met het bestek gepubliceerd zullen worden.
  • een raamovereenkomst voor vier jaar gesloten wordt zodat deze ook toekomstige projecten kan realiseren. De opdrachtnemer treedt op als projectbureau.

Lastgevingsovereenkomst

Voorafgaand wordt er een lastgevingsovereenkomst opgesteld. Zowel de woonmaatschappijen als de grond- of pandeigenaar geven op die manier een mandaat aan Wonen in Vlaanderen om namens hen een oproep te lanceren.

Woonmaatschappijen geven in de lastgeving aan hoeveel woningen zij maximaal wensen in te huren. Dit kan gezien worden als een intentieverklaring tot inhuren. Daarnaast hebben zij de keuze om de ontwerprichtlijnen van Wonen in Vlaanderen bindend te maken voor de private initiatiefnemer bij de uitvoering van het project.

De grond- of pandeigenaars geven in de lastgeving aan hoeveel woningen ze precies gerealiseerd willen zien op hun grond of in hun gebouw en hoe dit concreet ingevuld moet worden. Deze vragen worden o.a. gesteld in functie van de natrekkingsvergoeding. Er zal ook gepeild worden naar hun concrete verwachtingen voor deze vergoeding.

Daarnaast communiceren zij het bedrag dat zij wensen te ontvangen voor het gebruik van hun grond of gebouw (canon). Zij kunnen er uiteraard ook voor kiezen om hun grond of gebouw kosteloos ter beschikking te stellen.

Met betrekking tot deze bovenstaande parameters worden er geen voorwaarden opgelegd door de Vlaamse overheid, zowel de woonmaatschappij als de grondeigenaar zijn dus vrij om deze naar eigen believen in te vullen in de lastgeving.

Voor de eventuele gronden die nadien worden ingebracht zullen deze parameters echter wel worden vastgelegd, bijvoorbeeld door middel van specifieke formules die het gevolg zijn van de dialoog die gevoerd werd met de private partners.

Dialoogrondes

Er worden themagebonden dialoogrondes georganiseerd naar o.a. de uitvoering van de opdracht toe en naar het financiële aspect.

De dialoogrondes hebben als doel:

  • een valabele partij vinden voor de uitvoering van de opdracht
  • inzicht te krijgen in een model dat werkt voor de toekomst. Het resultaat van de concurrentiegerichte dialoog dient als basis voor het raamwerk van toekomstige projecten. Hierbij zullen de parameters zoals o.a. erfpachtvergoeding en natrekkingsvergoeding wel vastgeklikt worden op basis van de feedback tijdens deze dialoog.

In deze fase wordt aan de deelnemers aan de concurrentiegerichte dialoog gevraagd of de projecten (financieel) haalbaar zijn op basis van hetgeen de woonmaatschappijen en grond- of pandeigenaars hebben ingevuld in het invulformulier en de lastgevingsovereenkomst.

Indien dit niet het geval is, zal er teruggekoppeld moeten worden naar deze laatste met de vraag of ze bereid zijn om toegevingen te doen.

  1. Raamovereenkomst

(Semi-)publiekrechtelijke entiteiten die als lijst zullen worden opgenomen in de opdracht, zullen voor de periode van de raamovereenkomst (4 jaar) beroep kunnen doen op het projectbureau om gemengde projecten te realiseren op hun grond of in hun pand. Zij hebben echter niet meer de vrijheid om zelf bepaalde voorwaarden te stellen naar vergoedingen en modaliteiten toe. Het kader waarbinnen nieuwe projecten mogelijk zijn ligt vast op basis van het onderhandelde resultaat van de eerder gevoerde concurrentiegerichte dialoog.

Zakelijke rechten grond (of gebouw) en woningen

De private initiatiefnemer moet zakelijke rechten krijgen op de grond of het gebouw om er woningen te kunnen realiseren of beheren. Dit gebeurt via een erfpacht- of opstalrecht. Dit hangt af van wie de eigenaar is van de grond of het gebouw.

Hoe regelen we het erfpacht- of opstalrecht?

Grond of gebouw van (lokaal) bestuur of (semi-)publieke organisatie

Voor een grond of pand van een (lokaal) bestuur of een (semi-)publieke organisatie zijn er twee mogelijkheden.

  1. Via woonmaatschappij

Het (lokaal) bestuur of de (semi-)publieke organisatie verleent een erfpachtrecht voor een bepaalde periode (minstens 15 en hoogstens 99 jaar, aan de woonmaatschappij die actief is in de gemeente waar de grond of het pand ligt. De woonmaatschappij verleent op haar beurt een opstalrecht voor een bepaalde periode aan de private initiatiefnemer om sociale en geconventioneerde huurwoningen te realiseren.

  1. Rechtstreeks erfpacht- of opstalrecht

Het (lokaal) bestuur of een (semi-)publieke organisatie verleent rechtstreeks een erfpacht- of opstalrecht op de grond of het pand aan de private initiatiefnemer.

Grond van woonmaatschappij

De woonmaatschappij zal voor haar grond een erfpacht- of opstalrecht verlenen aan de private initiatiefnemer voor een welbepaalde periode. We streven naar een periode van 27 jaar, te verlengen met een eventuele bouwtermijn.

Wat houdt dit erfpacht- of opstelrecht in?

De private initiatiefnemer zal als erfpachter of opstalhouder op de grond woningen kunnen bouwen of het gebouw verbouwen tot woningen. Nadien kan de private initiatiefnemer de woningen verhuren aan de woonmaatschappij en/of rechtstreeks aan de geconventioneerde huurders.

De private initiatiefnemer betaalt een marktconforme vergoeding. Op het einde van de erfpacht- of opstalovereenkomst wordt de verlener van het erfpacht- of opstalrecht (de woonmaatschappij of het (lokaal) bestuur (of (semi-)publieke organisatie)) door natrekking eigenaar van de gerealiseerde woningen. Zij moeten dan een natrekkingsvergoeding betalen aan de private initiatiefnemer.

De hoogte van de natrekkingsvergoeding zal overeenstemmen met de geschatte waarde van de woningen (niet de grond, enkel de opgerichte constructies) en, waar nodig, rekening houden met specifieke investeringen die verricht zijn door de private initiatiefnemer aan bestaande woningen.

Verplichtingen private initiatiefnemer

De private initiatiefnemer zal op de grond of in het pand waarvoor hij een erfpacht- of opstalrecht krijgt, woonprojecten met sociale en geconventioneerde huurwoningen realiseren. Het woonproject moet bestaan uit minstens een derde sociale huurwoningen (sociaal segment) en minstens een derde geconventioneerde huurwoningen (geconventioneerd segment). De erfpacht- of opstalgever bepaalt of er een vrij segment gerealiseerd wordt op zijn grond. Hij kan eveneens een gewenste verhouding tussen de verschillende segmenten opleggen aan de private initiatiefnemer, zonder afbreuk te doen aan de wettelijke minima (lokale flexibiliteit). Op gronden van de woonmaatschappij is het vrije segment sowieso niet mogelijk. U vindt hierover meer informatie op de webpagina over ‘open systeem’, private initiatiefnemers.

Doordat de private initiatiefnemer over een in de tijd beperkt zakelijk recht (erfpacht- of opstalrecht) beschikt op de grond waarop of in een verbouwd pand waarin de huurwoningen zijn gerealiseerd, gelden een aantal afwijkende regels.

SSI mogelijk voor private initiatiefnemer

Voor de realisatie van het sociaal en geconventioneerd segment kan de private initiatiefnemer, die op de grond van een bestuur bouwt, voor de gemaakte kosten voor de aanleg of de aanpassing van wooninfrastructuur een beroep doen op een subsidie (SSI) (beperkt tot het sociale en geconventioneerde segment). Een private initiatiefnemer die een woonproject realiseert in een pand van een bestuur kan geen aanspraak maken op een SSI.

Geen koopwoningen

De invulling van het vrije segment is hier verschillend van het open systeem. De private initiatiefnemer kan in het vrije segment geen koopwoningen realiseren, maar enkel private huurwoningen. Op grond van een woonmaatschappij kunnen er nooit private huurwoningen worden gerealiseerd.

Natrekkingsvergoeding

Deze woningen zullen op het einde van de erfpacht- of opstalovereenkomst via een recht van natrekking en na het betalen van een natrekkingsvergoeding overgaan naar de erfpacht- of opstalgever. Als erfpacht-of opstalgever houdt u hiermee rekening bij uw keuze om al dan niet een vrij segment toe te staan. De vergoeding zal immers hoger liggen voor constructies gerealiseerd in het vrij segment. Meer informatie vindt u op de webpagina ‘Realisatie op gronden en gebouwen van (semi-)publieke organisaties’.