In (zwem)vijvers treedt in warme zomers steeds vaker overlast op van blauwalgen. Door de hogere watertemperaturen ontstaan er giftige bacteriën. Een drijflaag van deze organismen treedt vooral op in voedselrijk, stilstaand en ondiep water. Contact met of inslikken van blauwalgen kan gezondheidsproblemen veroorzaken.

Deze adaptatiemaatregel is erop gericht om blauwalg uit te schakelen en om troebel water om te zetten in helder water. Deze adaptatiemaatregel is erop gericht om te voorkomen dat er teveel nutriënten worden aangevoerd, door o.a. het (over)voeren van eenden, het uitzetten van vis (bodemwoelers) en het uitlaten van honden op de oevers van de vijvers en waterlopen. Ook worden waterplanten uitgezet, om fosfaat op te nemen. Ook kan fosfaat worden verwijderd door dit aan klei te binden, via bijvoorbeeld de Flock & Lock methode. Bij deze methode wordt er een vlokmiddel gebruikt om de blauwalg naar de bodem te dwingen. Vervolgens worden de algen afgedekt met een fostfaatbindende klei. Een andere manier is om de waterbodem te baggeren.

Deze maatregel draagt bij aan het oplossen van problemen die ontstaan bij

• hitte

Deze maatregel is bedoeld om overlast door blauwalg ten gevolge van de opwarming van het water tegen te gaan, zodat de recreatieve functie van het zwemwater in stand blijft. De maatregel draagt in bredere zin bij aan waterzuivering, wat nodig is voor ecologische doeleinden en tot betere condities voor het voorkomen van wilde planten en dieren. Het effect neemt toe naarmate de oppervlakte aan gezuiverde waterlichamen groter wordt en de zuiverheidsgraad hoger is.

Wanneer ontstaat er impact?

Nadat klei is aangebracht of de waterbodems gebaggerd wordt, is het effect vrij snel zichtbaar. Dit is ongeveer na 1 jaar.

Het voorkomen van de aanvoer van nutriënten en het aanbrengen van waterplanten zal effect hebben op iets langere termijn (na meerdere jaren), maar het effect zal dan ook van langere duur zijn

Deze maatregel levert co-benefits op voor waterbeleid (waterzuivering en evt. waterinfiltratie), recreatiebeleid en aan natuurbeleid (biodiversiteit).

• Het is belangrijk om de juiste waterplanten en vissoorten toe te passen in (zwem)vijvers om helder water te krijgen of te behouden. Daarbij moet de ontwikkeling van de visstand in de gaten worden gehouden.
• Als beschutting voor gewenste vissoorten worden soms helofyten of takkenbossen aangebracht. Helofyten dragen ook bij aan waterzuivering.
• Het binden van fosfaat is een vrij nieuwe en technische oplossing.

• Ambtenaren van de milieudienst en de dienst recreatie
• Bekkenbeheerders
• Beheerders van recreatiedomeinen die zwemwateren hebben
• Experts en deskundigen in verband met waterzuivering en blauwalg die nieuwe ideeën en oplossingen kunnen inbrengen

Deze maatregel kan gemonitord worden door periodiek de kwaliteit van het (zwem)water te meten via water en bodemmonsters en laboratorium onderzoek. Verder kan ook gemeten worden hoeveel dagen het zwemwater jaarlijks beschikbaar blijft voor recreanten, ondanks hogere temperaturen.

De maatregel zal een verandering teweeg brengen in de volgende Mayors Adapt indicatoren:

• aantal uitgaande waarschuwingen voor waterkwaliteit
• aantal bewustzijn verhogende evenementen gericht op bewoners en lokale stakeholders