Gedaan met laden. U bevindt zich op: Natuurboerderij het Bolhuis in Diest: Verbetering en opwaardering van landbouw- en groengebied Lokaal energie- en klimaatbeleid

Natuurboerderij het Bolhuis in Diest: Verbetering en opwaardering van landbouw- en groengebied

Voorbeeld in de praktijk • Diest
Gerealiseerd

Natuurboerderij het Bolhuis zorgt voor biologisch runds- en lamsvlees en tal van ecosysteemdiensten. De runderen en schapen van het Bolhuis zijn oude, aangepaste lokale rassen die grazen in de grote natuurgebieden rondom Diest. Kringlopen worden zoveel mogelijk op het bedrijf gesloten. Het Bolhuis toont aan dat het mogelijk is om op een economisch leefbare manier met een landbouwbedrijf Europese topnatuur te realiseren en tegelijk zo milieu- en klimaatvriendelijk mogelijk te werken

Locatie
Diest
Type problematiek
Droogte, Wateroverlast
Type maatregel
Ruimte voor water
Type
Voorbeeld in de praktijk

Context

Dat ook landbouwers de gevolgen van de klimaatverandering ondervinden, staat buiten kijf. Op welke manier manifesteert dit zich dan bij de boeren hier bij ons? Het landbouwbedrijf is sterk afhankelijk van het weer en het zijn juist de weerspatronen die veranderen. We krijgen langere periodes van droog weer en langere periodes van nat weer. De klimaatverandering zit ook in meer extreme weersomstandigheden: niet alleen langer droog of nat, maar ook veel meer neerslag, en veel hogere temperaturen. Gemiddelde temperaturen zijn in dat opzicht geen goede indicator voor de problemen die de landbouw ondervindt. Want achter slechts een kleine stijging van de gemiddelde temperatuur kan een veelheid van te koud en te warm weer schuilen voor planten en dieren.

Als gevolg van dit alles ervaart de boer bijvoorbeeld meer kans op overstromingen, vooral dan in het groeiseizoen, terwijl dat vroeger vooral in het winterseizoen was. Er ontstaan ook andere plagen; zo komen nu ook veeziektes noordwaarts die vroeger enkel in Zuid-Europa voorkwamen. Voor insectenplagen idem dito. In 2015 beleefde het Bolhuis - net zoals vele andere landbouwbedrijven - een slechte juni-juli periode (te nat) en een slechte septembermaand (te droog) waardoor de groenvoederwinning voor het rundvee onder druk kwam te staan. De oogst was minder en van mindere kwaliteit. Om dit soort productieverlies tegen te gaan, kiest Kurt Sannen op zijn bedrijf om zich intern te verzekeren, namelijk door diversificatie en dus risicospreiding op het eigen landbouwbedrijf.

Hoe doet hij dat dan? Hoe kan de landbouw zich aanpassen aan de klimaatverandering en zelf ook een bijdrage leveren aan maatregelen voor adaptatie in de brede zin?

Projectbeschrijving

Natuurboerderij het Bolhuis zorgt voor biologisch runds- en lamsvlees en tal van ecosysteemdiensten. De runderen en schapen van het Bolhuis zijn oude, aangepaste lokale rassen die grazen in de grote natuurgebieden rondom Diest. Kringlopen worden zoveel mogelijk op het bedrijf gesloten. Het Bolhuis toont aan dat het mogelijk is om op een economisch leefbare manier met een landbouwbedrijf Europese topnatuur te realiseren en tegelijk zo milieu- en klimaatvriendelijk mogelijk te werken.

Het Bolhuis is gebruiker van graslanden op de valleigronden rondom Diest. Het betreft de demerbroeken, het Webbekomsbroek en de Vallei van de drie beken. Deze valleien hebben een overstromingsfunctie, waarbij het Webbekomsbroek ook als wachtbekken aangelegd werd door de Vlaamse overheid. Omwille van hun ligging en functie staan deze valleigraslanden dus regelmatig onder water. Daarmee dient de boer rekening te houden in zijn bedrijfsvoering. Om de nodige weerbaarheid na te streven t.a.v. negatieve weeromstandigheden en de risico’s voor tegenvallende oogsten, streeft het Bolhuis naar diversificatie van de graslanden. De graslanden van het bedrijf zijn zowel te vinden op drogere gebieden als in de nattere dalen. Zo is er zeker steeds ergens een goede graslandproductie. Deze productiewijze vormt de interne verzekering tegen weersschommelingen. Het is één van de manieren voor het landbouwbedrijf om zich aan te passen en voldoende voedselvoorraad te hebben voor de runderen. In dit kader past ook het plan om een droogschuur voor gras en grasklaver te voorzien zodat groenvoederwinning minder weersafhankelijk wordt bij het oogsten. Waar er nu nog 3 volledige dagen na elkaar droog weer nodig is om hooi van goede kwaliteit van het land te kunnen halen, is er met gebruik van een droogschuur slechts 1,5 dag zonder regen nodig. De meerkost van de schuur rekent men te compenseren doordat er geen of minder loonwerk meer moet gebeuren. Een nieuwe, extra maatregel om zich in te dekken tegen een mislukte of tegenvallende oogst is het aanleggen van een extra groenvoedervoorraad als buffer. Waar het bedrijf vroeger de gewoonte had om jaarlijks te produceren wat de dieren in de winter opeten en overschotten te verkopen, wordt nu in de zomer systematisch een halve wintervoorraad bijgehouden voor in geval van nood.

Een andere manier om zich te wapenen tegen risico’s en (te grote schommelingen in) productieverlies is de diversificatie van de gehele landbouwactiviteit op de boerderij. Gemengde bedrijven met vee en akkerbouw bestaan al langer. Door verschillende gewassen te telen in de akkerbouw is men minder kwetsbaar dan bij monoculturen. Meestal zal er altijd wel een of enkele van de gewassen zijn die het goed doen. Agro(bio)diversiteit is dan de veelbelovende trend voor de toekomst. Zeker voor de kleine tot middelgrote landbouwbedrijven. In het geval van het Bolhuis wordt een mix van veeteelt, grasland en akkerbouw en tuinbouw (groenteteelt) gehanteerd.

Het landschapsbeeld van het Bolhuis en zijn directe en ruimere natuurlijke omgeving mag gerust prachtig genoemd worden. Zo is er in Dassenaarde bv. de mooi beboste heuvelrug die afloopt naar de natte valleigronden. Onderweg staan Kempische roodbonte koeien in de wei en bloemen die elk weiland anders kleuren. Deze vergezichten en de toegankelijke delen van de natuurgebieden en de boerderij bieden kansen voor hoevetoerisme. Het is een bijkomende vorm van diversificatie voor het landbouwbedrijf waardoor het financieel gezond kan blijven én een belangrijke educatieve functie kan vervullen.

Gezien de ligging in valleigebied is een goed werkende waterhuishouding van cruciaal belang voor het Bolhuis en de (kwaliteit van de) natuur in de buurt. Hiervoor leveren zowel de boer als natuurverenigingen een bijdrage. Dat blijkt ook erg nodig want de waterstanden en de waterkwaliteit zijn niet automatisch optimaal. Er is bv. een historische vervuiling in het zogenaamde ‘Zwart Water’ dat zijn sporen nalaat in de valleigronden. De sterke groei van pitrus en moerasstruisgras, kunnen op verschillende vormen van verstoring van de natuur duiden: sterk wisselende waterstanden, verzilting, en eutrofiëring door het vrijkomen van stikstof. Een ander probleem betreft de erfenis van vroegere aanpassingen van het oude grachtensysteem en de algemene verslechterde toestand ervan. Dit gaat terug tot 20 jaar geleden toen er nog geen overstromingsgebieden waren georganiseerd. Alle grachten werden toen apart en loodrecht op het Zwarte Water aangesloten, wat een mooie afwatering geeft in droge periodes, maar een perfecte inlaat vormt voor vuil water in hevige regenperiodes. Daarom herstelde Natuurpunt in enkele stappen het oude leigrachtsysteem, met een lange centrale gracht die elk weiland traag maar consequent van zijn regenwater ontdoet. Er werden ook enkele terugslagkleppen geplaatst die vervuilde delen van het water scheiden van de heldere delen. Ook het oppervlakkig ruimen van de grachten behoort tot een terugkerend onderdeel van het weilandenbeheer. Aanvullend op de begrazing wordt het weiland voorts ook nog gemaaid met een ‘soft rak’ om pitrusbulten terug te dringen. Hieruit mag blijken dat er een nauwe samenwerking is tussen de bio-boer en de natuurbeheerder; het verschil tussen beide is constructief klein in en rond het Bolhuis. Dankzij Europese middelen in het kader van een LIFE project kunnen voor de vallei en het waterstelsel de nodige werken uitgevoerd worden om het zijn definitieve inrichting te geven. Als resultaat van deze inspanningen is de natuurlijke oeverwal herstelt en versterkt zodat er beter water kan gebufferd worden. Het water blijft beter in de rivier terwijl het bij overstroming toch vlot en zonder te veel schade aan te richten de vallei in kan. Daar kan het dan langer blijven staan en via het oude leigrachtstelsel langzaam en zonder te vervuilen terug afgegeven worden. Er worden ook doorgangen voor het vee voorzien en bepaalde toegangen die volledig moerassig waren, werden begaanbaar gemaakt.

Hittestress kan voor rundvee problematisch zijn, met productieverlies tot gevolg. Er zijn heel wat mogelijkheden voor veehouders om hun vee te beschermen bij te warm weer. Natuurlijke graslanden met een grote aanwezigheid van bomen, struiken, heggen, waterpartijen … bieden ruime mogelijkheden voor het vee om schaduw te zoeken of om zich af te koelen. Ook blijkt uit onderzoek dat koeien bij hittestress overdag meer gaan rusten en ‘s nachts meer grazen. Het Bolhuis werkte mee aan een onderzoek van Thomas Morus hogeschool i.s.m. KU Leuven, waarbij koeien werden geobserveerd om hun reacties op verschillende weersomstandigheden te zien: waar stonden ze en wat deden ze, en hoe is dit gerelateerd aan weerdata (regen, directe zonneschijn, temperatuur). Hitte en hittestress bij dieren kan in het algemeen tegengegaan worden door een gevarieerd landschap, waarbij bomen en struiken schaduw en beschutting bieden. Men kan ook nog bijkomend extra overdekking voorzien ter bescherming tegen de zon. Ook voor zijdelingse beschutting tegen wind, maken hagen en houtkanten ook een groot verschil. Dankzij deze verruwing van het landschap wordt de wind gebroken. De koeien kunnen daardoor meer uit de wind liggen. Bomen zijn ook nog in andere opzichten erg interessant voor klimaatadaptatie. Met agroforrestry kan men bv. een extra productiefunctie aan het bedrijf toevoegen wat opnieuw voor diversificatie en interne spreiding van risico’s zorgt. Daarnaast kunnen bepaalde bomen en planten of struiken ook insecten helpen bestrijden. Notenbomen blijken volgens sommige bronnen positieve effecten te hebben. In de zomer zullen zich immers verschillende insecten en infectieziektes vaker en sterker gaan manifesteren doordat ze tijdens de te zachte winters niet afgedood worden. Dit geldt bv. voor inheemse parasieten zoals maagdarmwormen waar een strenge vorstperiode normaal gezien voor een groot deel komaf mee maakt. Bijkomende bomen zorgen tot slot ook nog voor een stevigere structuur van de bodem waardoor ze beschermen tegen erosie door water of door wind. Afvallende takken bij stormweer moet men er dan wel bijnemen. Maar deze kunnen in de gezinswoning of het gastenverblijf dienen voor de gezellige houtkachel (met fijn stof filter!).

Financiering

Om terug meer lengte te geven aan de waterloop werkte men voor de Dommel een hermeandering uit. Hiervoor is er samenwerking tussen de natuurverenigingen, de provincie, en de stad. De stad bracht ook mogelijk overstromingsgebied in kaart. Doordat een weiland van Natuurpunt kan ingenomen worden door het water, blijven de naburige gemeentes Overpelt en Neerpelt gespaard van een te hoog waterpeil. Daar loopt de Dommel immers door het centrum.

Nu de Dommel haar oorspronkelijke lengte terug krijgt, zal ze al meanderend door een elzenbos, stroomafwaarts in de Kleinbeek uitmonden. Vroeger bij de rechttrekking van de Dommel werd die verbinding rechtstreeks gemaakt bij de afkoppeling van de watertoevoer naar een oude molen. Om het verval te beperken en de stroomsnelheid af te remmen werden toen ter plaatse drie stuwen gebouwd. Deze stuwen verhinderen de migratie van vissen. Door de herstelwerken worden dus meteen ook de vismigratieknelpunten opgelost en krijgt de Dommel terug haar meanderend patroon. De natuur in en rond de Dommel zal zich optimaal kunnen ontwikkelen. Tevens zal het gebied drassiger worden en is de mogelijkheid voorzien dat de Dommel bij hoog water uit haar oevers kan treden.

Samen met de provincie en de landbouwers werd in de Dommelvallei in Peer ook stuwpeilbeheer en peilgestuurde drainage uitgewerkt. Daardoor worden de velden gelijkmatig van water voorzien. In de grachten die langs de velden liggen, wordt het water met schotten bijgehouden. Als er te veel water is laat men het wegstromen.

Het brongebied van de Dommel, is van oudsher een nat heidegebied met talrijke vennen. Later aan het begin van de 20ste eeuw, werden met het oog op de ontwatering van het gebied waterlopen en grachten gegraven, rechtgetrokken en uitgediept. Het gevolg was dus een algemene verdroging. Deze verdroging heeft evenzeer gevolgen op de aanpalende terreinen zoals bv het NATO-schietveld dat een hoge natuurwaarde heeft. Ook voor landbouwgronden is een te diepe ontwatering niet wenselijk. Daarom worden in het landbouwgebied regelbare stuwtjes geplaatst die het water tijdelijk ophouden. Er wordt getracht om het neerslagoverschot, dat vooral in de winter en vóór het groeiseizoen valt, langer vast te houden in het buitengebied. Het water vult de plaatselijke watervoorraad aan, waardoor de daling van het grondwater in het groeiseizoen vertraagd wordt en er minder snel beregening nodig is voor de gewassen. Er wordt een optimum gezocht tussen enerzijds het zoveel mogelijk beperken van wateroverlast in het voor– en najaar en anderzijds het tegengaan van droogteschade. De stuwtjes worden bediend door de betrokken landbouwers.

Financiering

Natuurboerderij het Bolhuis is een eenmanszaak. Het inkomen komt van de korte ketenverkoop van het hoevevlees.

Als baten kunnen hier ook de voordelen op vlak van mitigatie genoemd worden waartoe de natuurboerderij bijdraagt: het sluiten van kringlopen door grondgebonden veehouderij met eigen teelt van eiwitgewassen zodat geen import nodig is, koolstofopbouw via goed bodem- en graslandbeheer en gebruik van compost, lokale consumptie, en lokaal hoevetoerisme. Het Bolhuis zorgt ook mee voor educatie en kennisontwikkeling.

Beleidsinstrumenten

  • Instrumenten van het landbouwbeleid: biohectarepremie, premie genetische diversiteit, premie vlinderbloemigen, premie bedrijfsadvies
  • EU-middelen LIFE-project

Toegepaste adaptatiemaatregelen

Succesfactoren

Wat zeker bijdraagt aan de stevige, vernieuwende en effectieve integratie van landbouw en natuur in de werking van het Bolhuis en de projecten in de buurt, is de nauwe samenwerking tussen de landbouwer en de natuurbeheerders. Daarnaast is ook de goede samenwerking en solidariteit met andere landbouwers voor het organiseren van afzet, delen van machines, arbeid poolen, etc. een belangrijke succesfactor.

Als belemmering wordt vermeld dat het huidige landbouw- en plattelandsbeleid helaas geen kleinschalige, grondgebonden agro-ecologische initiatieven stimuleert. Er is praktisch zo goed als geen toegang tot middelen van het VLIF, de zoogkoeienpremie en andere instrumenten en regelgeving omtrent landbouw en milieu is onvoldoende aangepast aan een holistische, agro-ecologische aanpak. Dit ervaart men bv. inzake de behandeling van compost (wat een belangrijke C-sink kan vormen) in vergelijking klassieke mest. Ook op vlak van onderzoek, gebeurt er nog te weinig met en voor agro-ecologie.

Locatie