Gedaan met laden. U bevindt zich op: Meer bomen in de straat Lokaal energie- en klimaatbeleid

Meer bomen in de straat

Voorbeeld maatregel

Bomen spelen een belangrijke rol bij het koelen van de stad. Ze nemen water op via hun wortels en verdampen het via hun bladeren, wat zorgt voor verkoeling. Bovendien bieden bomen schaduw, waardoor de temperaturen in de stad lager blijven.

Type problematiek
Droogte, Hitte, Wateroverlast
Type maatregel
Ontharden, Ruimte voor water, Warmteopname beheersen
Type
Voorbeeld maatregel

Beschrijving van de maatregel

Steden bestaan voor een belangrijk deel uit bebouwd gebied en niet doorlaatbare oppervlakten zoals steen, beton en asfalt. Door deze materialen houden steden meer warmte vast dan hun omliggende gebieden. Bovendien wordt in steden ook meer warmte geproduceerd dan in omliggende gebieden door onder meer auto’s, fabrieksmotoren, airco’s, enzovoort. In combinatie met de toename van het aantal warmere periodes en de hogere temperaturen als gevolg van de klimaatverandering, is hittestress een wezenlijk probleem in steden.

Bomen zijn van belang om de stad koel te houden. Bomen verkoelen de stad door water via het wortelstelsel op te nemen en het water te verdampen via de bladeren. Naast de verdamping die de stad koelt, geeft een boom ook schaduw. Dit betekent dat de beschaduwde delen van de stad ook minder opgewarmd worden. Op die manier leveren bomen een bijdrage aan het koelen van de stad. Tot slot zorgt de schaduw er ook voor dat mensen een lagere temperatuur ervaren. Ondanks dat de temperatuur in de schaduw onder bomen vaak vrijwel gelijk zijn aan de temperatuur in de volle zon, is de gevoelstemperatuur toch lager. Dit kan tot 15°C schelen op minder dan 50 meter afstand.

Impact

Deze maatregel is gericht op:

  • Hitte
  • Extreme regen

De impact van de maatregel is dat het bomen verkoelend werken door verdamping (evapotranspiratie) en minder warmte opslaat dan de meeste niet-natuurlijke materialen. Daarnaast geeft het overdag ook nog eens schaduw.

Ten aanzien van extreme regen helpen bomen omdat ze geplaatst worden in onverharde grond. Dit wordt de boomspiegel genoemd. In de boomspiegel kan water gemakkelijk infiltreren en wanneer het beschikt over buffercapaciteit, kan het ook nog dienst doen als tijdelijke waterberging.

Wanneer ontstaat er impact?

Vanaf het moment dat een boom geplant wordt, treedt de verdamping in werking en kan het bijdragen aan de verkoeling van de stad.

Bij jonge bomen kan het effect nog wat beperkter zijn. Met de tijd dat de bomen in een volwassen stadium komen, zal de koelingscapaciteit van een boom toenemen.

Effect ontstaat op korte termijn

Mitigatie & co-benefits met andere beleidsdomeinen

  • Deze maatregel draagt bij aan mitigatie omdat bomen CO2 kunnen vastleggen.
  • Deze maatregel is relevant voor de diensten die betrokken zijn bij het ruimtelijke ordeningsbeleid, het groenbeleid, waterbeleid, milieubeleid (luchtkwaliteit), natuurbeleid, gezondheidsbeleid, leefbaarheid van de gemeente/stad.

Financiering

Specificaties

In de West-Europese situatie geldt dat er verschillen zijn per boomsoort, maar dat de waterbeschikbaarheid en groeiplaatsomstandigheden belangrijker zijn. Er moet water beschikbaar zijn in de grond om verdamping mogelijk te maken. Ook moet de bodem over voldoende voeding voor de bomen beschikken. En de boom zou voldoende ruimte moete hebben om te groeien, zowel bovengronds als ondergronds..

Te betrekken actoren

    • Groenvoorziening, hoveniersbedrijven
    • Ruimtelijke planner
    • Ambtenaren groendienst
    • Bewoners

    Monitoring en mayors adapt indicator

    Om de impact van bomen te monitoren kunnen meettoestellen opgehangen worden om de dalende temperatuur te meten. Ook kan via enquête gevraagd worden hoe ze de leefbaarheid van de buurt ervaren, en dan ook specifieke vragen te stellen over de gevoelstemperatuur.

    De maatregel zal een verandering teweeg brengen in de volgende Mayors Adapt indicatoren:

    • % verandering in verharde oppervlakte
    • % verandering in groene en blauwe infrastructuur
    • % verandering in de verbinding van groene en blauwe netwerken
    • % verandering in schaduwplaatsen