Gedaan met laden. U bevindt zich op: Overeenkomst van Duale Opleiding

Overeenkomst van Duale Opleiding

De Overeenkomst van Duale Opleiding (ODO) is een overeenkomst waarbij de cursist minder dan 20 uren per week op de werkplek opgeleid wordt.

De ODO is een overeenkomst die gesloten wordt tussen:

  • de cursist
  • de erkende onderneming
  • het Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO).

Arbeidsduur

De ODO omvat zowel het les- als het werkplekgedeelte van de opleiding. De uren van beide delen worden opgeteld en de som mag niet méér bedragen dan het aantal uren dat een voltijdse werknemer in de onderneming presteert.
Om te weten te komen hoeveel uren een voltijdse overeenkomst omvat, moet u dus kijken naar de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur die van toepassing is in de leeronderneming. Een ODO kan dus een voltijdse overeenkomst zijn, maar dat is geen vereiste.

Duur overeenkomst

De ODO is een overeenkomst van bepaalde duur en mag niet langer lopen dan de duur van de duale opleiding. De duur van de opleiding hangt af van het aan te leren beroep en bedraagt meestal 1 tot in principe maximaal 3 jaar. Tijdens die periode moeten de competenties van de opleiding aangeleerd worden.

Opleidingsplan

In het opleidingsplan wordt vastgelegd welke competenties op de werkplek aangeleerd zullen worden en welke in de lessen aan bod zullen komen. Het opleidingsplan vormt een verplichte bijlage bij de overeenkomst.

Leervergoeding

Het hoofddoel van de ODO is het aanleren van een beroep. Daarom betaalt de onderneming aan de cursist geen loon, maar een leervergoeding. In tegenstelling tot in het secundair onderwijs is dit geen vast maandbedrag maar een uurloon. Bovendien gaat het om een minimumbedrag, tenzij er geheel of gedeeltelijk afstand gedaan wordt van de leervergoeding.

Het bedrag van de leervergoeding bedraagt momenteel 4,35 euro per uur. Bij een ODO wordt dat bedrag vermenigvuldigd met het aantal uren opleiding op de werkplek. De uren opleiding bij het CVO worden dus niet vergoed bij een ODO.

Sociale verplichtingen

De werkgever moet na het sluiten van een ODO een aantal sociale verplichtingen nakomen (RSZ-aangifte, DIMONA-aangifte, ongevallenverzekering, enz.).

Modelovereenkomst

De ODO wordt opgesteld volgens het model dat vastgelegd is door de Vlaamse Regering(PDF bestand opent in nieuw venster).

Het uurrooster en de bepalingen van het decreet betreffende de rechten en plichten van de partijen en betreffende de schorsing en beëindiging van de overeenkomst, het opleidingsplan en het arbeidsreglement maken deel uit van de overeenkomst en worden als bijlage bij de overeenkomst gevoegd. Wanneer de cursist geheel of gedeeltelijk afstand doet van de leervergoeding, wordt ook de verklaring van afstand van de leervergoeding als bijlage bij de overeenkomst gevoegd.

Erkenning

De onderneming mag de cursist pas opleiden op de werkplek als ze daarvoor erkend is en zodra de overeenkomst ondertekend en gestart is.