Gedaan met laden. U bevindt zich op: Loopbaangerichte opleidingen met Vlaamse opleidingsincentives Bijdragen van het kennisplatform

Loopbaangerichte opleidingen met Vlaamse opleidingsincentives

Blogbericht
11 januari 2023

Werknemers kunnen na loopbaanbegeleiding een loopbaangerichte opleiding volgen en daarvoor opleidingsincentives inzetten: Vlaams opleidingsverlof, opleidingscheques en de Vlaamse aanmoedigingspremie opleidingskrediet. Vooral hooggeschoolden, werknemers tussen 25 en 44 jaar en werknemers uit de dienstensector en de niet-commerciële sector maken ervan gebruik. Erkende arbeidsmarktgerichte opleidingen over onderwijs, welzijn en gezondheidszorg zijn het populairst.

Uitzonderingen op opleidingsincentives voor loopbaangerichte opleidingen

In de regelgeving van Vlaams opleidingsverlof, opleidingscheques en de Vlaamse aanmoedigingspremie opleidingskrediet zijn afwijkingen van de voorwaarden qua doelgroep en arbeidsmarktgerichtheid voorzien voor wie een loopbaangerichte opleiding volgt naar aanleiding van een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) opgesteld in het kader van loopbaanbegeleiding.

  • De uitzondering maakt het mogelijk voor hooggeschoolden om een opleidingscheque aan te vragen voor een loopbaangerichte opleiding die werd gespecificeerd in het persoonlijk ontwikkelingsplan. De opleidingscheque kan gebruikt worden voor elke in de POP vermelde opleiding.
  • Ook kort- en middengeschoolden kunnen gebruik maken van deze uitzondering in de regelgeving. Ze kunnen een loopbaangerichte opleiding volgen die niet is geregistreerd in de opleidingsdatabank voor Vlaamse opleidingsincentives, als de opleiding wel vermeld staat in het persoonlijk ontwikkelingsplan.
  • Ook voor de aanvraag voor Vlaams opleidingsverlof en voor de aanvullende aanmoedigingspremie opleidingskrediet is er een uitzondering op de aanvraagvoorwaarden opgenomen in de regelgeving. Een werknemer kan een loopbaangerichte opleiding volgen die niet is geregistreerd in de opleidingsdatabank voor de Vlaamse opleidingsincentives, als die is opgenomen in het persoonlijk ontwikkelingsplan.

Onderzoek naar loopbaangerichte opleidingen

VDAB en het Departement Werk en Sociale Economie voerden een gezamenlijk onderzoek uit op de populatie van werknemers die loopbaangerichte opleidingen volgen met het gebruik van opleidingscheques, Vlaams opleidingsverlof of Vlaams opleidingskrediet . Dit onderzoek valt uiteen in twee delen.

  1. Het eerste luik is kwantitatief en brengt de kenmerken van de populatie zo ruim mogelijk in kaart door de beschikbare administratieve gegevens van DWSE en VDAB samen te voegen.
  2. Deel twee bestaat uit een kwalitatief en een kwantitatief luik.
    1. In het kwalitatief onderzoek wordt nagegaan hoe de loopbaancentra invulling geven aan hun opdracht om POP-attesten (attesten opleiding in het kader van het persoonlijk ontwikkelingsplan) af te leveren en geeft inzicht in de meerwaarde van de maatregel voor het versterken van de arbeidsmarkt.
    2. Deze analyses worden aangevuld met resultaten uit een online enquête georganiseerd bij de aanvragers en gebruikers van opleidingscheques. Hierbij onderzochten we of er verschillen zijn in de subjectieve effecten van de gevolgde opleiding bij werknemers die voor de opleiding een POP hebben opgesteld in het kader van loopbaanbegeleiding en werknemers die een opleiding hebben gevolgd zonder POP. Subjectieve effecten zijn effecten of gevolgen die door de persoon zelf ervaren worden.

Weinig gebruik van opleidingsincentives voor loopbaangerichte opleiding

  • Het aandeel werknemers dat gebruik maakt van een opleidingsincentive voor het volgen van een loopbaangerichte opleiding naar aanleiding van een POP is beperkt tot 3% van het totaal aantal loopbaanchequegebruikers.
  • Minder dan 1% van de goedgekeurde aanvragen voor het Vlaams opleidingsverlof is voor een loopbaangerichte opleiding.
  • 6% van de goedgekeurde aanvragen voor opleidingscheques is voor een loopbaangerichte opleiding.
  • Een op vier aanvragen voor opleidingskrediet is voor een loopbaangerichte opleiding.

Specifieke profielen maken gebruik van uitzonderingsmaatregel om loopbaangerichte opleiding te volgen

Als we kijken naar wie er gebruik maakt van Vlaamse opleidingsincentives voor het volgen van loopbaangerichte opleidingen, dan stellen we vast dat kortgeschoolden, jongeren, vijvenvijftigplussers, en werknemers tewerkgesteld in de primaire sector nauwelijks gebruik maken van de uitzonderingsmaatregel voor het volgen van een loopbaangerichte opleiding. Dit is in tegenstelling tot hooggeschoolden, werknemers tussen 25 en 44 jaar en werknemers uit de tertiaire en quartaire sector.

Dat nagenoeg geen werknemers jonger dan 25 jaar gebruik maken van de uitzonderingsmaatregel voor het volgen van een loopbaangerichte opleiding, heeft te maken met de toekenningscriteria voor de aankoop van loopbaancheques. Sinds 2019 moeten werknemers zes jaar werkervaring hebben om in aanmerking te komen voor loopbaanbegeleiding met een loopbaancheque.

Als we deze groep die gebruik heeft gemaakt van de uitzonderingsmaatregel, vergelijken met de totale groep werknemers die gebruik maken van Vlaamse opleidingsincentives, dan zien we dat de uitzonderingsmaatregel proportioneel meer vrouwen en iets meer werknemers uit kleine- en middelgrote ondernemingen aantrekt.

Hoofdzakelijk opleidingen uit de opleidingsdatabank

  • We zien dat de overgrote meerderheid van de werknemers een opleiding volgt die is geregistreerd in de opleidingsdatabank voor Vlaamse opleidingsincentives. De overgrote meerderheid van opleidingen die gevolgd worden met een opleidingsincentive naar aanleiding van loopbaanbegeleiding zijn met andere woorden door DWSE erkende arbeidsmarktgerichte opleidingen.
  • Onderwijsgerelateerde opleidingen (lerarenopleidingen en onderwijswetenschappen) en opleidingen gerelateerd aan welzijn (zoals psychologie, ergotherapie, psychotherapie) en gezondheidszorg (zoals verpleegkunde, vroedkunde en zorgkundige) zijn de drie meest gevolgde opleidingsdomeinen die geregistreerd zijn in de opleidingsdatabank. De top vijf wordt verder aangevuld met technische opleidingen en opleidingen in economie, handelswetenschappen en ondernemerschap.
  • 11% van de goedgekeurde aanvragen naar aanleiding van een POP is voor opleidingen die niet zijn opgenomen in de opleidingsdatabank.
  • Iets meer dan drie op tien van de gevolgde niet-geregistreerde loopbaangerichte opleidingen behoort tot het domein welzijn. Taalopleidingen en opleidingen taalkunde en vertaler staan op de tweede plaats, gevolgd door opleidingen in de kunsten en cultuurwetenschappen. Onderwijsgerelateerde opleidingen, opleidingen HR en opleidingen in marketing en communicatie maken verder ongeveer elk 5% uit van de niet-geregistreerde loopbaangerichte opleidingen.

Loopbaanbegeleiding versterkt het positieve effect van opleiding

De opbrengst van de opleiding is duidelijker voor werknemers die voorafgaandelijk loopbaanbegeleiding hebben gevolgd. Werknemers die eerst loopbaanbegeleiding hebben gevolgd:

  • voelen zich na de gevolgde opleiding professioneel sterker,
  • ervaren een positiever effect op het uitvoeren van hun job,
  • ervaren meer promotiekansen,
  • zijn meer tevreden over de gevolgde opleiding.

Loopbaandoelen voor ogen gehouden

De kwalitatieve inhoudsanalyse van de POPs laat ons toe om drie beoogde loopbaaneffecten te onderscheiden waarom werknemers loopbaangerichte opleidingen volgen:

  • talentontwikkeling
  • verbeteren van de werk-privé-balans en werkbaar werk
  • het heroriënteren op de arbeidsmarkt (een nieuwe job en/of het opstarten van een zelfstandige activiteit).

De loopbaangerichte opleidingen worden gevolgd met het oog op het verbeteren van de match tussen de werknemer en zijn werk, door onder andere de competenties te versterken en het welbevinden van de werknemer op het werk te verbeteren.

Niet altijd een link tussen POP en POP-attest

Het onderzoek wijst op de meerwaarde van het volgen van loopbaangerichte opleidingen naar aanleiding van een POP. Maar er is niet altijd een duidelijke link is tussen het POP en het POP-attest (attest opleiding in het kader van het persoonlijk ontwikkelingsplan). Via dit attest verklaart het loopbaancentrum dat de loopbaangerichte opleiding noodzakelijk is voor de uitvoering van het persoonlijk ontwikkelingsplan.

  • In ongeveer twee op tien van de onderzochte POPs werd er geen opleiding aangeraden in het POP.
  • In iets minder dan de helft van de POPs met vermelding van een opleiding kon niet worden afgeleid waarom de werknemer de opleiding wenst te volgen.
  • Voor 17,5% van de onderzochte POPs kwam de te volgen opleiding niet overeen met de opleiding zoals neergeschreven in het POP-attest.

Conclusie

  • Hooggeschoolden, werknemers tussen 25 en 44 jaar en werknemers uit de tertiaire en quartaire sector maken verhoudingsgewijs vaker gebruik van de uitzonderingsmaatregel om een loopbaangerichte opleiding te volgen met een Vlaamse opleidingsincentive.
  • Wie eerder investeerde in loopbaanbegeleiding, ervaart een grotere impact van de opleiding op zijn/ haar professionele leven dan de gemiddelde cursist.
  • De overgrote meerderheid van de werknemers volgt een opleiding die is geregistreerd in de opleidingsdatabank voor Vlaamse opleidingsincentives.
  • Er is nood aan een betere inhoudelijke aansluiting tussen de POP-attesten en het persoonlijk ontwikkelplan.