Gedaan met laden. U bevindt zich op: Akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor het budgettair beleid Advies- akkoord en overlegprocedures

Akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor het budgettair beleid

Wanneer verplicht?

Het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor het budgettair beleid, is verplicht bij elk dossier waarvoor het advies van de Inspectie van Financiën vereist is en waarvan de Inspectie van Financiën geoordeeld heeft dat het een budgettaire impact heeft.

De aanvraag indienen

Je moet het advies vragen voor de eerste (principiële) goedkeuring door de Vlaamse Regering.

Enkel personeelsleden die gemachtigd zijn door de bevoegde minister kunnen het advies aanvragen. Als jij zelf niet gemachtigd bent, kun je navragen welke collega dat wel is, of de machtiging vragen aan je leidend ambtenaar.

Richt de adviesvraag aan de minister bevoegd voor het budgettair beleid via de Begrotings- en Consolidatietool (BCT).

Het dossier moet de volgende documenten bevatten:

  • de adviesaanvraag
  • het advies van de Inspectie van Financiën en, als het advies ongunstig is, een repliek op dat advies
  • de nota aan de Vlaamse Regering (waarin eventueel geantwoord wordt op de opmerkingen van de Inspectie van Financiën) en de documenten die voor goedkeuring aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd.

De antwoordtermijn: 12 werkdagen

De Vlaamse minister bevoegd voor het budgettair beleid, beslist binnen 12 werkdagen nadat hij of zij de aanvraag ontvangen heeft. Die termijn wordt geschorst als de minister voor het budgettair beleid de bevoegde minister verzoekt om het dossier te vervolledigen.

Geen akkoord of niet-akkoord

Als de Vlaamse minister bevoegd voor het budgettair beleid geen beslissing heeft meegedeeld binnen 12 werkdagen na het ontvangen van de aanvraag, dan is dat akkoord niet langer vereist om het dossier te agenderen op de Vlaamse Regering.

Als de Vlaamse minister bevoegd voor het budgettair beleid een akkoord weigert, kan de functioneel bevoegde minister het voorstel toch ter beslissing aan de Vlaamse Regering voorleggen. In de nota moeten dan de redenen staan om aan de weigering voorbij te gegaan.