Gedaan met laden. U bevindt zich op: Preventief optreden in het welzijn van je medewerkers Welzijn van je medewerkers

Preventief optreden in het welzijn van je medewerkers

Als leidinggevende kan je medewerkers helpen met hun welzijn. Door aandacht te hebben voor taak- en mensgerichte aspecten creëer je een aangename werkomgeving, zorg je ervoor dat medewerkers energie uit hun werk halen, en help je uitval wegens stress en burn-out te voorkomen. Op deze webpagina lees je welke acties je hiervoor kunt ondernemen, en hoe je bepaalde signalen herkent. 

Acties

Welke acties kun je als leidinggevende ondernemen om preventief in te zetten op het welzijn van je medewerkers?

    • Hou bij de taakverdeling rekening met de talenten, kennis en motivatie van je medewerkers. Iedereen heeft andere mogelijkheden en middelen ter beschikking.
    • Geef je medewerkers voldoende tijd om hun taken tot een goed einde te brengen. Door doelstellingen, taken en projecten goed te spreiden, bouw je recuperatietijd in voor je medewerkers.
    • Maak afspraken met je medewerkers over de werkuren en geef duidelijk aan dat je van hen geen overuren verwacht. Geef zelf het goede voorbeeld: werk niet in het weekend of tijdens het verlof.
    • Stel duidelijke doelen, baken taken af en trek grenzen. Benoem ook wat je niet van je medewerkers verwacht. Geef zeker geen tegenstrijdige opdrachten.
    • Geef voldoende perspectief op de loopbaan van je medewerkers en hoe die zich verder kan ontwikkelen, ook op langere termijn.
    • Creëer een aangename sfeer op het werk. Zorg bijvoorbeeld voor voldoende mogelijkheden voor sociale interactie en informele contacten, zoals een gezamenlijke lunchpauze.
    • Ga het gesprek aan met medewerkers die het moeilijk hebben. Zij kunnen vaak zelf ook helpen om samen oplossingen te zoeken. Het is belangrijk dat je tijd maakt en luistert, en de signalen niet negeert. Stuur medewerkers tijdig door naar de veerkrachtcoach, arbeidsarts, een vertrouwenspersoon of preventieadviseur psychosociaal welzijn.
    • Regel hulp voor medewerkers die hun werk niet gedaan krijgen, bijvoorbeeld door andere collega’s te laten bijspringen of door taken uit te besteden.
    • Geef ruimte en autonomie aan medewerkers om te bepalen hoe ze het werk kunnen doen. Geef hen zelf de verantwoordelijkheid voor (een deel van) inhoud, planning of timing.
    • Creëer een collegiale sfeer van solidariteit, waar mensen een beroep kunnen doen op elkaar en ervaringen uitwisselen, zeker bij emotioneel zware taken.
    • Betrek medewerkers bij beslissingen over het eigen werk, het team en de organisatie en leg ook uit waarom je bepaalde keuzes maakt.
    • Geef en vraag feedback. Een open feedbackcultuur leidt tot meer motivatie.
    • Maak conflicten bespreekbaar en wacht zeker niet te lang om een conflict aan te pakken.
    • Zorg voor voldoende ontwikkelmogelijkheden voor je werknemers, zowel op de werkplek als daarbuiten.
  • Voorbeeldgedrag van de leidinggevende op de werkvloer is heel belangrijk. Wat wil je als leidinggevende uitstralen? Welk gedrag wil je als leidinggevende zelf zien op de werkvloer? Straal dit gedrag zelf uit en stimuleer het bij je medewerkers.

  • Naast het beheersen van werkeisen en voorzien van hulpbronnen, heeft jouw stijl van leiding geven ook een invloed op de manier waarop je medewerkers zullen omgaan met stress en burn-out:

    • Door een coachende rol op te nemen, begeleid en ondersteun je je medewerkers.
    • Neem een voorbeeldfunctie op: stel je open op, durf problemen te benoemen, wees transparant en kies voor dialoog. Je medewerkers zullen dan ook zelf sneller signalen uitsturen en hulp zoeken
    • Creëer een open feedback-cultuur met plaats voor waardering en constructieve opmerkingen
    • Schep duidelijkheid op het vlak van visie en rollen en spreek jezelf niet tegen

Welke signalen zijn er?

Er zijn heel wat signalen die je als leidinggevende kan opmerken bij personeelsleden die zich niet goed voelen op het werk. Door mee te waken over de signalen kan je sneller ingrijpen en zo uitval voorkomen. Voorbeelden van signalen zijn:

  • Verandering van gedrag bij het personeelslid, bijvoorbeeld: het maken van meer fouten, chaotischer werken, moeite met het nemen van beslissingen terwijl die daar voordien geen moeite mee had, irritatie, opgejaagdheid, vermoeidheid, verminderde motivatie en/of concentratie.
  • Frequente, korte ziekteperiodes
  • Regelmatig aanvragen van verlof of onaangekondigd thuiswerken

Een gesprek waarin wordt nagegaan of bepaalde aspecten binnen de werksituatie (mede) aan de grondslag kunnen liggen is een eerste stap om tot oplossingen te komen. De leidinggevende heeft hierin een sleutelrol en ook andere welzijnsactoren kunnen hierin preventief betrokken worden.

Hoe vang ik signalen op?

  • Maak tijd voor formeel én informeel overleg met je medewerkers. Je kan dit doen via teamvergaderingen, tussentijdse functioneringsgesprekken of bijpraatmomenten, samen gaan lunchen of door gewoon eens te vragen hoe het gaat.
  • Let op indicatoren zoals ziektecijfers en verloop.
  • Leer uit je ervaringen met stress en burn-out en doe kennis op aan de hand van opleidingen.

Opleidingen en ondersteuning